Direct naar content gaan

Samenvatting

De gemeente Brielle (X; belanghebbende) heeft op haar grondgebied een schoolgebouw met sportzalen laten bouwen ten behoeve van de huisvesting van twee vo-scholen. De totale stichtingskosten bedroegen € 27.954.861, inclusief omzetbelasting. Het schoolgebouw heeft bouwkundige voorzieningen die buiten de bekostigingsnormen van de Wet op het voortgezet onderwijs (hierna: WVO) vallen.

Het bevoegd gezag van de scholen berust bij een stichting, die niet met X is gelieerd. X heeft het schoolgebouw verkocht aan de stichting voor € 1.958.358 (inclusief btw). Dit bedrag is afgeleid van de kosten die waren gemoeid met de bouwkundige voorzieningen die niet vallen binnen de bekostigingsnormen van de WVO.

De Inspecteur stelt dat X geen recht heeft op aftrek van de haar ter zake van de bouw van het schoolgebouw in rekening gebrachte omzetbelasting. Hij heeft dit standpunt onder meer erop gegrond dat X het schoolgebouw niet onder bezwarende titel aan de stichting heeft geleverd.

Hof Den Haag is het met de Inspecteur eens. De levering van het schoolgebouw vormt volgens het Hof geen economische activiteit omdat een passende vergoeding ontbreekt. Het Hof heeft voorts het standpunt van X verworpen dat onderdeel 2.2.2 van het besluit van 25 januari 2012 (BLKB2012/175M) bij haar het in rechte te beschermen vertrouwen heeft gewekt dat in een geval als het onderhavige toch recht op aftrek bestaat.

X heeft cassatieberoep ingesteld maar de Hoge Raad verklaart dat ongegrond.

Het Hof heeft terecht geoordeeld dat de levering niet is verricht onder bezwarende titel omdat het door de stichting betaalde bedrag niet de werkelijke tegenwaarde vormt voor de levering van het schoolgebouw. Gelet hierop heeft X geen recht op aftrek van de btw die haar in rekening is gebracht voor goederen en diensten die zij met het oog op de levering van het schoolgebouw heeft afgenomen.

Aangezien geen sprake is van een economische activiteit komt toepassing van de passage uit het betreffende besluit voorts niet aan de orde.

In een drietal arresten, inzake de gemeenten Brielle, Barendrecht en Zwijndrecht, beëindigt de Hoge Raad na vele jaren de slepende strijd over de zogeheten scholenconstructies. De interpretatie van recente jurisprudentie van het HvJ speelt daarbij een sleutelrol. De arresten verfijnen de inhoud van twee kernconcepten van het btw-stelsel: de bezwarende titel en de economische activiteit. Ik zal me in deze noot concentreren op deze verfijning, waarvan de consequenties verder reiken dan alleen de materie van deze zaken. Het arrest inzake de gemeente Zwijndrecht zal ik apart annoteren in verband met de daarin behandelde problematiek omtrent de afbakening van onroerende zaken.

Het belastbaar feit: transactie en context van de transactie

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1 juli 2012 t/m 30 september 2012
Instantie
HR
Datum instantie
19 oktober 2018
Rolnummer
17/02816
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:1837
Auteur(s)
dr. B. Willemsen LLM
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2018/2288
Aflevering
1 november 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1917
bwbr0002629&artikel=7,bwbr0002629&artikel=7&lid=3,bwbr0002629&artikel=8&lid=2,bwbr0002629&artikel=15,bwbr0002629&artikel=1,bwbr0002629&artikel=3&lid=1,bwbr0002629&artikel=7,bwbr0002629&artikel=7&lid=1,bwbr0002629&artikel=7&lid=3,bwbr0002629&artikel=8,bwbr0002629&artikel=8&lid=2,bwbr0002629&artikel=9&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=12&lid=5,bwbr0002629&artikel=15,bwbr0002629&artikel=15&lid=1,bwbr0002629&artikel=15&lid=6,bwbr0002634&artikel=13

Naar de bovenkant van de pagina