Direct naar content gaan

Samenvatting

Hof Amsterdam heeft de Heffingsambtenaar veroordeeld om aan X (belanghebbende) de (proces)kosten van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep in deze parkeerbelastingzaak te vergoeden, bij de berekening waarvan het Hof de wegingsfactor 0,25 heeft toegepast.

X heeft cassatieberoep ingesteld.

De klachten houden onder meer in dat het Hof niet zonder nadere motivering de wegingsfactor 0,25 mocht toepassen, omdat uit bestaande jurisprudentie volgt dat in beginsel uitgegaan moet worden van de wegingsfactor 1 en een afwijking daarvan door een nadere motivering verklaard moet kunnen worden.

Voor zover de klachten een bevestiging van deze stelling willen vinden in het arrest van de Hoge Raad van 23 september 2011 (10/04238, ECLI:NL:HR:2011:BT2293), berusten zij op een verkeerde lezing van dat arrest. De vaststelling van de gewichtscategorie waarin een zaak valt, berust op waarderingen van feitelijke aard. De beslissing van het Hof omtrent de wegingsfactor is, anders dan de klachten voorstaan, ook zonder nadere motivering niet onbegrijpelijk. Ook in zoverre falen de klachten.

De Hoge Raad verklaart het hoger beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
HR
Datum instantie
9 september 2022
Rolnummer
21/05173
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1162
Auteur(s)
mr. Y.E.J. Geradts
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2022/1813
Aflevering
22 september 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5231
bwbr0005537&artikel=8:75,bwbr0005537&artikel=8:75&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:75

Naar de bovenkant van de pagina