Direct naar content gaan

Samenvatting

Een dga (verder: X) heeft op percelen rechten van erfpacht en opstal gevestigd ten behoeve van zijn vennootschap. Vanaf 1 januari 2001 is hierop bij X de terbeschikkingstellingsregeling (tbs-regeling) van toepassing.
De vraag is of bij de waardering van de percelen op de openingsbalans voor toepassing van de tbs-regeling rekening moet gehouden met een op dat moment niet meer marktconforme vergoeding voor de terbeschikkingstelling (onderrendement).
Hof Den Haag beantwoordde de vraag ontkennend maar daar is de Hoge Raad is het niet mee eens.
Bij het bepalen van de waarde van de percelen moet rekening worden gehouden met de waardedruk die uitgaat van een - op 1 januari 2001 - niet-marktconforme vergoeding voor in het verleden gevestigde genotsrechten.
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of goed koopmansgebruik ertoe verplicht om de waardedruk gebruiksrecht gedurende de resterende periode van het gebruiksrecht jaarlijks ten gunste van de winst te laten vrijvallen.
Dat is niet het geval, oordeelt de Hoge Raad.
In zoverre is het incidentele cassatieberoep van X gegrond.
Het principale cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën slaagt voor wat betreft het betoog dat het Hof ten onrechte geen rekening heeft gehouden met in hoger beroep niet meer in geschil zijnde correcties.
Ook voert de Staatssecretaris terecht aan dat het Hof in zijn dictum heeft verzuimd om de belastbare inkomens van de jaren 2003 tot en met 2006 vast te stellen.
De Hoge Raad doet de zaak zelf af.
Anders A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2002-2006
Instantie
HR
Datum instantie
5 februari 2016
Rolnummer
14/03307
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:180
bwbr0011353&artikel=3.8,bwbr0011354&artikel=aj

Naar de bovenkant van de pagina