Samenvatting
Dit besluit (Stb. 2022, 168) strekt tezamen met de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (hierna: de implementatiewet) tot implementatie van de verplichting tot het bijhouden en centraal registreren van informatie over de uiteindelijk belanghebbenden (ultimate beneficial owners) van trusts en soortgelijke juridische constructies. Die verplichting vloeit voort uit artikel 31 Vierde antiwitwasrichtlijn, zoals gewijzigd door de Richtlijn 2018/843 tot wijziging van Richtlijn 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering.
In het onderhavige besluit is een aantal zaken dat is geregeld in de implementatiewet nader uitgewerkt, waaronder:
- het begrip ‘uiteindelijk belanghebbende’;
- de klassen waarin de omvang van het economische belang kan worden uitgedrukt;
- de bewaartermijnen;
- de afschermingsgronden; en
- de bevoegde autoriteiten.
Dit besluit treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.