Direct naar content gaan

Samenvatting

A (bv) heeft een deel van haar vermogen (waaronder registergoederen) gesplitst met X (bv; belanghebbende) als verkrijgende vennootschap. Een dag later zijn de aandelen in X door A verkocht aan Y (bv). De registergoederen betreffen enerzijds percelen grond met zich daarop bevindende tankstations met aan- en toebehoren en anderzijds op onroerende zaken gevestigde zakelijke rechten die verband houden met het brandstofbedrijf.

In geschil is of de verkrijging ingevolge de akte van splitsing een vrijstelling van overdrachtsbelasting ten deel valt, meer specifiek als bedoeld in artikel 15, lid 1, aanhef en onderdeel h dan wel onderdeel i, Wet BRV.

Hof Den Haag merkt als tussen partijen vaststaand aan dat sprake is van de overgang van vermogen onder algemene titel in het kader van een splitsing van een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal. Dat betekent dat X in verband met deze splitsing een vrijstelling van overdrachtsbelasting geniet, tenzij met toepassing van het bepaalde in artikel 5c, lid 1, Uitv.besl. BRV de vrijstelling ongedaan moet worden gemaakt.

Volgens het Hof is sprake van een splitsing die heeft plaatsgevonden op grond van zakelijke overwegingen zoals herstructurering en rationalisering van de actieve werkzaamheden van de splitsende en de verkrijgende rechtspersoon. Weliswaar zijn de aandelen in de afgesplitste rechtspersoon binnen drie jaar na de splitsing geheel vervreemd aan een vennootschap die niet met de gesplitste rechtspersoon en met de verkrijgende rechtspersoon is verbonden, maar dat heeft, nu X de voor de vrijstelling vereiste zakelijke overwegingen heeft aangetoond, niet tot gevolg dat de vrijstelling komt te vervallen. Het Hof verleent teruggaaf van € 1.870.579 aan overdrachtsbelasting.

Veel olieconcerns hebben hun eigen tankstations afgestoten, omdat dit niet meer tot hun ‘core business’ behoorde. Zo ook het concern in deze procedure. Op 17 juni 2015 is het concern met een koper overeengekomen dat hij de aandelen in de nog op te richten bv X zou kopen. Eerst moesten echter de tankstationactiviteiten via een juridische afsplitsing nog ondergebracht worden in X bv. Op 17 november 2015 heeft deze juridische afsplitsing plaatsgevonden en zijn de aandelen verkocht. De verkoop had dus al plaatsgevonden vóór de afsplitsing. De reden waarom de transactie via een juridische afsplitsing heeft plaatsgevonden is omdat anders per object contracten met exploitanten en eigenaars van de grond zouden moeten worden heronderhandeld, hetgeen zou resulteren in financiële schade en milieu-aansprakelijkheden.

Juridische splitsingsvrijstelling Wet BRV

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
5 oktober 2018
Rolnummer
18/00425
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2018:3798
Auteur(s)
drs. M.J.A.M. van Gijlswijk
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2019/0416
Aflevering
21 februari 2019
Judoregnummer
JCDI:NFB2288
bwbr0002740&artikel=15&lid=1,bwbr0002740&artikel=15&lid=1,bwbr0002740&artikel=15&lid=1,bwbr0002740&artikel=15&lid=1,bwbr0002770&artikel=5c&lid=1,bwbr0002770&artikel=5c&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina