Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze procedure heeft X (bv; belanghebbende) goederen onder de regeling extern communautair douanevervoer geplaatst met de bedoeling deze goederen vanuit Nederland te vervoeren naar een plaats buiten de Europese Unie zonder dat invoerrechten verschuldigd zijn. De goederen zijn, voordat zij de Unie zouden verlaten, niet aangebracht bij het kantoor van bestemming. Hierdoor ontstaat een douaneschuld wegens een onttrekking aan het douanetoezicht.

X meent op andere wijze te kunnen aantonen dat de douaneregeling geacht kan worden als beëindigd te worden beschouwd. De vraag die zich hierbij voordoet is op welke manier zij dit bewijs kan leveren. In het bijzonder is de vraag aan de orde of het bewijs kan worden geleverd met een afdruk van een elektronische aangifte waaruit kan worden opgemaakt dat de goederen in een derde land zijn ingevoerd.

Hof Amsterdam heeft vooropgesteld dat aangezien vaststaat dat het douanevervoer niet op regelmatige wijze is beëindigd, de regeling douanevervoer slechts nog als beëindigd kan worden beschouwd als een bewijsstuk wordt overgelegd dat voldoet aan de in artikel 366, lid 2 en/of 3, UCDW (Uitvoeringsverordening Communautair Douanewetboek) gestelde voorwaarden. Naar het oordeel van het Hof heeft X geen bewijstukken overgelegd die voldoen aan de voorwaarden van deze bepaling. De stelling van X dat de douaneschulden zijn tenietgegaan op grond van het bepaalde in artikel 124, lid 1, aanhef en onderdeel k, DWU, heeft het Hof verworpen.

X heeft met twee middelen cassatieberoep ingesteld, maar volgens A-G Ettema zijn de oordelen van het Hof juist. Zij geeft de Hoge Raad in overweging om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2015
Instantie
A-G
Datum instantie
29 december 2022
Rolnummer
21/01792
ECLI
ECLI:NL:PHR:2022:1244
Auteur(s)
mr. G.J. van Slooten
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2023/0264
Aflevering
2 februari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5579

Naar de bovenkant van de pagina