Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Dit beroep gaat over de indeling van tijgerbalsem en kwan loong oil in de GN en over de toepassing van de verlengde navorderingstermijn.

Voor de door X (bv; belanghebbende) voorgestane indeling in GS-post 3004 moeten de tijgerbalsem en kwan loong oil in ieder geval bestemd zijn voor therapeutisch of profylactisch gebruik. X heeft het gestelde therapeutische of profylactische gebruik naar het oordeel van Rechtbank Noord-Holland niet, althans onvoldoende onderbouwd. Voor geen van beide producten heeft X aannemelijk gemaakt dat zij dienen ter voorkoming van of ter behandeling van ziekten of aandoeningen of hun symptomen.

X stelt verder dat zij – gezien het door de Inspecteur in het verleden gevoerde beleid – erop mocht vertrouwen dat de verlengde navorderingstermijn in de onderhavige zaak niet zou worden toegepast.

Een beroep op het gecodificeerde vertrouwensbeginsel is onder de werking van het DWU enkel nog mogelijk door in een separate procedure een verzoek om terugbetaling of kwijtschelding te doen (artikel 119 DWU). Voor toepassing van het vertrouwensbeginsel buiten dit artikel is bij de heffing van invoerrechten op grond van het DWU geen ruimte. Het onderhavige beroep op het vertrouwensbeginsel faalt derhalve. Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
1 mei 2016 t/m 16 augustus 2019
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
26 oktober 2023
Rolnummer
22/1274
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:14120
NLF-nummer
NLF 2024/0950
Aflevering
16 april 2024

Naar de bovenkant van de pagina