Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Erflaatster is geïdentificeerd als houdster van bankrekeningen bij Kredietbank Luxembourg, waarvan zij in geen enkele aangifte melding heeft gemaakt. Aan erflaatster dan wel de erfgenamen (belanghebbenden) zijn in verband daarmee (navorderings)aanslagen opgelegd. Zij hebben daartegen bezwaar gemaakt. Het eerste bezwaarschrift is door de Inspecteur ontvangen op 30 januari 2003. Erflaatster en belanghebbenden hebben ingestemd met aanhouding van alle bezwaren ‘totdat op de procedures die J zal voeren onherroepelijk is beslist’. De Inspecteur heeft met dagtekening 20 juni 2013 uitspraken gedaan op alle bezwaren.

Het beroep en hoger beroep is afgewezen.

Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat voor de vraag of de redelijke termijn is overschreden, de periode tussen 30 januari 2003 en 28 september 2012 (de datum van het wijzen van het arrest van de Hoge Raad met nummer 11/05099, ECLI:NL:HR:2012:BX8552) buiten aanmerking blijft.

Tegen dit oordeel hebben de erfgenamen met succes cassatieberoep ingesteld.

Het Hof is ten onrechte uitgegaan van de datum 28 september 2012, omdat het eindarrest in de J-zaken is gewezen op 26 februari 2010 (43.050bis, ECLI:NL:HR:2010:BJ9092). Het Hof is dus van een onjuiste datum uitgegaan, oordeelt de Hoge Raad.

De zaak is verwezen naar Hof Den Haag voor een nieuwe beoordeling van de vraag of de redelijke termijn voor beslechting van het geschil is overschreden.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1990-2004
Instantie
HR
Datum instantie
13 oktober 2017
Rolnummer
17/00694
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:2600
Auteur(s)
mr. W.E. Nent
BDO
NLF-nummer
NLF 2017/2541
Aflevering
2 november 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB918

Naar de bovenkant van de pagina