Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

B is enig aandeelhouder en bestuurder van X (bv; belanghebbende). B is tevens enig aandeelhouder van drie andere vennootschappen. I AG, gevestigd te Zwitserland, is enig aandeelhouder van B. Bij de aanslagregeling vpb van X (jaren 2008-2011) is een deel van de betaalde rente aan verbonden lichamen gecorrigeerd op basis van de vaste ratio van de thincapregeling (artikel 10d, lid 4, Wet VpB 1969).

Rechtbank Noord-Holland acht de correcties terecht maar heeft voor alle jaren de vergrijpboetes vernietigd.

Hof Amsterdam verwerpt het standpunt van X dat de gang van zaken tijdens de mondelinge behandeling voor de Rechtbank heeft geleid tot een inbreuk op het recht op een eerlijk proces.

Naar het oordeel van het Hof heeft de Inspecteur zijn beslissing om uiteindelijk van een horen van X af te zien, in de uitspraken op bezwaar voldoende gemotiveerd. Anders dan de Rechtbank heeft geoordeeld doet zich op dit punt geen schending voor van artikel 7:12 Awb.

Het Hof oordeelt dat de Inspecteur artikel 10d Wet VpB 1969 (thincapregeling) terecht en juist heeft toegepast. De stelling van X dat zij aan de behandeling van aangiften van voorgaande jaren het vertrouwen heeft mogen ontlenen dat zij voor de aangiften over de jaren 2008-2011 het tegenbewijs van artikel 10d Wet VpB 1969 zou mogen leveren door middel van geconsolideerde cijfers op het niveau van haar enig aandeelhouder dan wel dat in latere jaren het wetsartikel geen toepassing zou vinden, wijst het Hof net als de Rechtbank af.

De Inspecteur heeft een buitengewone last van € 150.000 voorts terecht niet in aftrek toegestaan, aldus het Hof.

Ten aanzien van de vergrijpboetes voor de jaren 2008 en 2009 bevestigt het Hof het oordeel van de Rechtbank dat de Inspecteur niet heeft bewezen dat sprake is van (voorwaardelijke) opzet. Voor de jaren 2010 en 2011 is wel sprake van (voorwaardelijke) opzet. De door de Inspecteur met de thincapcorrecties als grondslag opgelegde vergrijpboetes van € 49.898 en € 42.416 zijn passend en geboden maar worden wegens undue delay verminderd tot resp. € 39.918 (2010) en € 33.933 (2011).

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2008-2011
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
1 maart 2022
Rolnummer
20/00131; 20/00132; 20/00133; 20/00134
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:755
Auteur(s)
mr. F. van Horzen
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2022/1283
Aflevering
7 juli 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5108
bwbr0002672&artikel=10d,bwbr0002672&artikel=10d,bwbr0005537&artikel=7:12,bwbr0005537&artikel=7:12

Naar de bovenkant van de pagina