Direct naar content gaan

Samenvatting

Tijdens een aantal overleggen en debatten in de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris een aantal toezeggingen gedaan en heeft de Kamer een aantal moties aangenomen over het toekomstige box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement. Met deze Kamerbrief geeft de staatssecretaris uitvoering aan deze moties en toezeggingen.

Deze brief bestaat uit meerdere onderdelen. Het eerste onderdeel is de vergelijking van de twee mogelijke stelsels voor het belasten van het werkelijke rendement. Het gaat dan om de vermogenswinstbelasting en de vermogensaanwasbelasting. Als onderdeel van deze vergelijking komt automatisch een aantal andere toezeggingen aan de orde, zoals de gevolgen van beide stelsels voor de uitvoering, voor de schatkist en voor de burger.

In het tweede deel gaat het over opties om binnen een vermogensaanwasbelasting het werkelijke rendement op onroerende zaken te belasten. In de contourennota was immers aangegeven dat dit – anders dan voor bijvoorbeeld aandelen die op de beurs worden verhandeld – voor onroerende zaken gecompliceerd is.

In het derde deel gaat de staatssecretaris in op de mogelijkheden om binnen een vermogensaanwasbelasting en binnen de overbruggingswet rekening te houden met inflatie. Inflatie zorgt ervoor dat het vermogen minder waard wordt.

In het vierde deel komt een aantal overige toezeggingen aan bod, waarvan de meeste betrekking hebben op een vermogensaanwasbelasting. Het gaat om:

  • de (on)mogelijkheden om belasting te ontwijken, bijvoorbeeld door ‘boxarbitrage’ of bij buitenlandsituaties;
  • de behandeling van kwijtscheldingswinst in lijn met het armoede- en schuldenbeleid;
  • de doorwerking van het nieuwe stelsel naar de toeslagen;
  • de afbakening van vrijstellingen in de grondslag, bijvoorbeeld voor kunst;
  • de berekening van het forfaitaire rendement voor de overbruggingswet.

Tot slot gaat de staatssecretaris in het vijfde deel in op de aangepaste planning na het besluit om de invoeringsdatum van het nieuwe stelsel te verleggen naar 1 januari 2026.

Deze Kamerbrief is voorzien van de volgende bijlagen:

  • Onderzoek liquiditeit box 3;
  • Beleggingsrapportages voor particuliere klanten;
  • Forfaitaire rendementen box 3 voor 2023;
  • Beslisnota bij Kamerbrief over toekomstige box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2022 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
29 september 2022
Rolnummer
2022-0000206548
Auteur(s)
mr. dr. S.M.H. Dusarduijn RB
Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2022/2013
Aflevering
20 oktober 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5271
bwbr0011353&artikel=5.1,bwbr0011353&artikel=5.1,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.3,bwbr0011353&artikel=5.3

Naar de bovenkant van de pagina