Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Deze uitspraak gaat over de vraag of de bestuursrechter ervoor kan zorgen dat slachtoffers van de kinderopvangtoeslagaffaire sneller duidelijkheid krijgen over compensatie en herstel van hun schade.

De conclusie in deze uitspraak is dat er hard gewerkt wordt om de betrokken ouders zo snel mogelijk duidelijkheid te geven, maar dat de wetgever met te korte beslistermijnen iets belooft wat niet kan worden waargemaakt en dat de bestuursrechter geen mogelijkheden heeft om de hersteloperatie als geheel te versnellen.

Rechtbank Midden-Nederland vindt het niet goed om individuele procedures van gedupeerde ouders te blijven versnellen, omdat de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) daardoor steeds minder tijd aan inhoudelijke beoordelingen kan besteden, omdat het andere ouders benadeelt en omdat het ertoe leidt dat deze procedures na verloop van tijd geen effect meer zullen hebben.

De Rechtbank gaat de UHT daarom vanaf nu veel meer tijd geven in alle procedures over niet tijdig beslissen. Zij zal in beroepsprocedures vanwege niet tijdig beslissen in UHT-zaken voortaan in beginsel bepalen dat de Belastingdienst/Toeslagen een nadere beslistermijn krijgt tot 1 juli 2024. De Rechtbank zal hieraan, net als voorheen, in beginsel een dwangsom blijven verbinden van € 100 per dag, tot een maximum van € 15.000, bij een eerste beroep vanwege niet tijdig beslissen.

Hierdoor is voor álle gedupeerde ouders duidelijk op welk moment zij uiterlijk een besluit krijgen over hun compensatie, terwijl de UHT ervoor kan zorgen dat die besluiten goed en zorgvuldig tot stand komen. Daarbij maakt de Rechtbank geen onderscheid tussen zaken waarin iemand in afwachting is van een beslissing op een aanvraag en zaken waarin iemand in afwachting is van een beslissing op een bezwaar.

De Rechtbank behandelt de beroepen van de vier voorliggende zaken aan de hand van deze nieuwe afdoeningswijze.

Metadata

Rubriek(en)
Toeslagen
Belastingtijdvak
2023 e.v.
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum instantie
14 april 2023
Rolnummer
23/797; 23/280; 23/288; 22/5318
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2023:1702
Auteur(s)
mr. F.A. Peppelenbosch
NLFiscaal
NLF-nummer
NLF 2023/0993
Aflevering
4 mei 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5744

Naar de bovenkant van de pagina