Direct naar content gaan

Samenvatting

Harry Mensing is een belastingplichtige wederverkoper. Hij verricht activiteiten op het gebied van handel in kunstvoorwerpen in verschillende steden in Duitsland. In het belastingjaar 2014 heeft hij onder andere kunstvoorwerpen verworven van makers uit andere lidstaten.

De prejudiciële vragen die gesteld zijn in de onderhavige procedure zijn een direct vervolg op de eerdere procedure die tot het oordeel van het HvJ in de zaak Mensing heeft geleid (HvJ 29 november 2018, C-264/17, ECLI:EU:C:2018:968).

In het onderhavige arrest Mensing II verklaart het HvJ het volgende voor recht.

Artikel 312 en 315 en artikel 317, eerste alinea, Btw-richtlijn moeten aldus worden uitgelegd dat de btw die door een belastingplichtige wederverkoper is betaald uit hoofde van de intracommunautaire verwerving van een kunstvoorwerp waarvan de levering in een later stadium krachtens artikel 316, lid 1, Btw-richtlijn is onderworpen aan de winstmargeregeling, wordt opgenomen in de maatstaf van heffing van die levering.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2014
Instantie
HvJ
Datum instantie
13 juli 2023
Rolnummer
C-180/22
ECLI
ECLI:EU:C:2023:565
Auteur(s)
mr. dr. A.E. Spiessens
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2023/1595
Aflevering
20 juli 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5885
bwbr0002629&artikel=28b&lid=1,bwbr0002629&artikel=28c&lid=1,celex32006l0112&artikel=312,celex32006l0112&artikel=315,celex32006l0112&artikel=317,celex32006l0112&artikel=312,celex32006l0112&artikel=315,celex32006l0112&artikel=317

Naar de bovenkant van de pagina