Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in een aantal zaken om een kostenvergoeding voor de bezwaarfase verzocht. De Inspecteur heeft dat echter geweigerd omdat er geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Rechtbank Noord-Holland stelt de Inspecteur om twee redenen in het gelijk. De Rechtbank acht het, gelet op het niet verstrekken van de gevraagde inlichtingen omtrent de juridische scholing van de gemachtigde, niet aannemelijk dat hij juridisch geschoold is en derhalve evenmin dat hij beroepsmatig juridische bijstand verleent. Verder blijkt dat de gemachtigde bezwaarschriften (met opzet) indient bij meerdere, vaak niet de juiste, instanties, waardoor verwarring wordt gezaaid. De Rechtbank onderschrijft de stelling van de Inspecteur dat het handelen van X en de gemachtigde erop is gericht verwarring te creëren, fouten uit te lokken en meer procedures te veroorzaken, om ook op die manier (op onderdelen) uiteindelijk weer aanspraak op (proceskosten)vergoedingen te kunnen maken. In de onredelijke wijze waarop hierdoor gebruik wordt gemaakt van het procesrecht en de regels omtrent de vergoeding van proceskosten, ziet de Rechtbank eveneens aanleiding om geen proceskostenvergoeding toe te kennen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
19 oktober 2021
Rolnummer
20/394
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:9963
NLF-nummer
NLF 2021/2140
Aflevering
11 november 2021
bwbr0005537&artikel=7:15,bwbr0005537&artikel=7:15,bwbr0005537&artikel=8:75,bwbr0005537&artikel=8:75,bwbr0006358&artikel=1,bwbr0006358&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina