Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in 1998 als pachter een perceel cultuurgrond geleverd gekregen en daarbij een pachtersvoordeel behaald. Ter financiering van deze aankoop heeft hij de grond direct geleverd aan een verzekeringsmaatschappij, onder gelijktijdige uitgifte van tijdelijke (veertig jaar) erfpacht op dezelfde grond ten behoeve van hem. Hij heeft daarbij een terugkooprecht bedongen.

Daarnaast zijn X en de verzekeringsmaatschappij in een onderhandse akte overeengekomen dat zij gedurende de eerste twaalf jaar de grond gezamenlijk aan een derde kunnen verkopen. Daarin is tevens afgesproken dat de opbrengst in de verhouding 50:50 zal worden verdeeld. In 2008 is gebruikgemaakt van laatstgenoemde mogelijkheid.

In cassatie komt X met motiveringsklachten op tegen het oordeel van Hof Arnhem-Leeuwarden dat het deel van de opbrengst dat de verzekeringsmaatschappij op grond van de onderhandse overeenkomst toekomt, niet als financieringslast in aanmerking genomen mag worden. Aan zijn standpunt ligt het uitgangspunt ten grondslag dat hij de erfpachtfinanciering voor de jaarwinstbepaling heeft mogen verwerken als geïndexeerde lening overeenkomstig het Fagoed-arrest van 10 april 1996 (30.637, ECLI:NL:HR:1996:AA1866). Hij betoogt dat het Hof de betekenis van dat arrest niet heeft onderkend.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X ongegrond.

Hij overweegt dat X de vervreemding van de blote eigendom van de grond aan de verzekeringsmaatschappij ten onrechte vanaf 1998 in de fiscale jaarrekening van zijn onderneming heeft verwerkt volgens de Fagoed-methode. Hieruit volgt dat in dit geval de indexatie van de koopsom niet kan worden gezien als een financieringslast. Dat brengt mee dat de waardestijging van de grond tot het bedrag ter grootte van de indexatie van de koopsom niet in het vermogen van X tot uiting is gekomen. Het Hof heeft onder meer terecht geoordeeld dat de landbouwvrijstelling in zoverre niet van toepassing is op de door X behaalde boekwinst. De aanslag, zoals die luidt na de uitspraak op bezwaar, is niet te hoog vastgesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2008
Instantie
HR
Datum instantie
27 september 2024
Rolnummer
21/04781
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1248
Auteur(s)
drs. A.W. de Beer RB
Alfa Accountants en Adviseurs
NLF-nummer
NLF 2024/2226
Aflevering
8 oktober 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6595
bwbr0011353&artikel=3.12,bwbr0011353&artikel=3.12

Naar de bovenkant van de pagina