Samenvatting
Deze zaak betreft de invoer van producten voor tandheelkundig gebruik. Het betreft steeds een of meer spuiten of ampullen met zogenoemde adhesive. De verpakking van een aantal producten bevat daarnaast ook andere componenten. De producten worden gebruikt voor het bevestigen van ‘brackets’ voor beugels op tanden.
In de aangiften is als toepasselijke goederencode vermeld postonderverdeling 3006 40 00 van de GN (tandcement en andere producten voor tandvulling). De Inspecteur acht postonderverdeling 3506 10 00 van de GN (lijm) van toepassing. Hij heeft daarom utb’s uitgereikt.
Zowel het beroep als het hoger beroep van X (bv; belanghebbende) is ongegrond verklaard.
Hof Amsterdam heeft het oordeel van Rechtbank Noord-Holland bevestigd dat indeling in postonderverdeling 3006 40 00 is uitgesloten, omdat geen sprake is van een tandcement voor tandvulling of een ander product voor tandvulling.
Aangezien indeling van de producten onder postonderverdeling 3506 10 00, gelet op de bewoordingen van die post, mogelijk is, is het Hof niet toegekomen aan de ‘inherente bestemming’ als mogelijk indelingscriterium.
X heeft cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dat ongegrond. Het Hof heeft – naar redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar is – op goede gronden een juiste beslissing gegeven.
Conform Conclusie A-G Ettema (NLF 2022/2229, met noot van Polak), met gemeenschappelijke bijlage (NLF 2022/2266).