Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De minister van Buitenlandse Zaken heeft het BNC-fiche over het voorstel voor een Richtlijn Hoofdhuisbelasting voor mkb-ondernemingen naar de Tweede Kamer gezonden.

De Europese Commissie (hierna: de Commissie) stelt een richtlijn voor met als doel om fiscale barrières voor het midden- en kleinbedrijf (hierna: mkb) om in een andere lidstaat te ondernemen weg te nemen. Een mkb-onderneming die in een andere lidstaat activiteiten wil ontplooien, wordt momenteel geconfronteerd met een nieuw, onbekend belastingsysteem en moet kosten maken om aan de fiscale verplichtingen te voldoen. Volgens de Commissie drukken deze kosten, verhoudingsgewijs, veel zwaarder op een mkb-onderneming dan op een grote onderneming. Hierdoor is het voor kleinere ondernemingen minder aantrekkelijk om in een andere lidstaat activiteiten te ontplooien.

De Commissie wil met dit voorstel deze barrières wegnemen door mkb-ondernemingen die grensoverschrijdend ondernemen toe te staan om, in bepaalde gevallen, gebruik te maken van één vennootschapsbelastingstelsel, dit is de keuze voor het zogenoemde head office taxation (hierna: het hoofdhuisregime). Om gebruik te maken van het hoofdhuisregime moet er sprake zijn van een mkb-onderneming die inwoner voor belastingdoeleinden is van een lidstaat (hierna: het hoofdhuis) en die door middel van een of meer vaste inrichtingen opereert in andere lidstaten. Bij toepassing van het hoofdhuisregime hoeft een mkb-onderneming nog maar één aangifte vennootschapsbelasting te doen op grond van de vennootschapsbelastingregels van de hoofdhuislidstaat. Deze aangifte bevat ook de resultaten van vaste inrichtingen in andere lidstaten. De belastingdienst van de hoofdhuislidstaat past de vennootschapsbelastingtarieven toe van de lidstaten waar de vaste inrichtingen actief zijn en verdeelt de belastingopbrengsten over deze lidstaten. Lidstaten behouden dus de mogelijkheid om de eigen belastingtarieven te bepalen.

Onder de reikwijdte van het voorstel vallen enkel mkb-ondernemingen. Er is sprake van een mkb-onderneming wanneer in de jaarrekening gedurende twee opeenvolgende jaren, twee van de volgende drempels niet worden overschreden: (i) de activa hebben een maximale balanswaarde van € 20 miljoen; (ii) de omzet is maximaal € 40 miljoen; en (iii) het bedrijf heeft maximaal 250 werknemers. Daarnaast mag de onderneming geen verplichting hebben tot het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening en moet er sprake zijn van een autonome onderneming. Het hoofdhuis moet voldoen aan een rechtsvorm- en onderworpenheidseis, inwoner voor belastingdoeleinden van een lidstaat zijn, en exclusief via vaste inrichtingen opereren in andere lidstaten.

Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

Het kabinet is voorstander van het creëren van een robuust, efficiënt en eerlijk belastingstelsel. Dit dient te worden bereikt door onnodige (grensoverschrijdende) belemmeringen weg te nemen, belastingontwijking aan te pakken en administratieve kosten en lasten te verlagen.

In nationaal verband werkt het kabinet aan het verminderen van de complexiteit van belastingwetgeving. In het ambtelijke rapport Aanpak fiscale regelingen wordt daarom onder andere stilgestaan bij de complexiteit van regelingen voor burgers, bedrijfsleven en belastingautoriteiten. Het tegen het licht houden en heroverwegen van deze regelingen draagt bij aan een robuust stelsel waarbij de administratieve lasten en uitvoeringskosten verminderd kunnen worden.

Het kabinet steunt de doelen van de Commissie voor wat betreft het wegnemen van barrières om in andere lidstaten te ondernemen en het verminderen van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Het kabinet onderschrijft het doel om op dit punt specifiek voor het mkb actie te ondernemen. Het kabinet verwacht echter niet dat de voordelen van het voorstel opwegen tegen de nadelen. Hierbij heeft het kabinet twijfels over de (grootte van de) geschetste voordelen, dit wordt verder uiteengezet in paragraaf 5c, en bij de omvang van het probleem waarvoor de richtlijn een oplossing moet bieden. Het kabinet zal tijdens de onderhandelingen benoemen dat zij het streven naar vermindering van de administratieve lasten steunt, maar zal ook zijn zorgen en twijfels onder de aandacht brengen.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2023 e.v.
Instantie
BUZA
Datum instantie
24 november 2023
Rolnummer
COM(2023) 528
Auteur(s)
W. Boei LLM
Deloitte / Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2024/0017
Aflevering
2 januari 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6168

Naar de bovenkant van de pagina