Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 22 maart 2016 is mevrouw A (erflaatster) overleden. Haar erfgenamen zijn haar twee kinderen. Daarnaast zijn haar kleinkinderen benoemd als legataris in haar nalatenschap.

Tot de nalatenschap van erflaatster behoorde ten tijde van haar overlijden een aandelenbelang van 37,56% in een holding. De holding hield een 100% aandelenbelang in B (bv), die op haar beurt weer diverse deelnemingen in binnen- en buitenland hield.

Eind 2015 stond op de balans van de holding een bedrag van in totaal € 42.708.687 aan liquide middelen en effecten.

In oktober 2016 is namens erflaatster een aangifte IB/PVV 2016 ingediend. Ten aanzien van het aandelenbelang in de holding is een overdrachtsprijs van € 82.171.701 aangegeven en een fiscale verkrijgingsprijs van € 135.148. Ook is een verzoek gedaan om toepassing van de doorschuiffaciliteit van artikel 4.17a Wet IB 2001.

Op 5 september 2017 heeft de holding aandelen ingekocht van de erfgenamen. De holding heeft hiervoor € 48.000.000 betaald aan de aandeelhouders en de ingekochte aandelen vervolgens ingetrokken.

In geschil is de hoogte van het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de liquide middelen en effecten voor een totaal van ruim € 42 miljoen, die op het tijdstip van overlijden van erflaatster aanwezig waren in de holding, tot het ondernemingsvermogen behoren in de zin van artikel 4.17a Wet IB 2001.

Naar het oordeel van Rechtbank Gelderland hebben de erven aannemelijk gemaakt dat een deel van de liquide middelen en effecten, te weten € 29.750.000, op de balans van de holding tot het ondernemingsvermogen behoort omdat dit wordt aangehouden ter versteviging van de door B gedreven onderneming. Het in aanmerking te nemen ondernemingsvermogen voor de toepassing van artikel 4.17a Wet IB 2001 is te laag vastgesteld. De Rechtbank werkt het cijfermatig uit en berekent het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang op een bedrag van € 355.645.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
30 juni 2023
Rolnummer
21/3011
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2023:4546
Auteur(s)
mr. A.M.A. de Beer
Grant Thornton
NLF-nummer
NLF 2023/2216
Aflevering
5 oktober 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6002
bwbr0011353&artikel=4.17a,bwbr0011353&artikel=4.17a

Naar de bovenkant van de pagina