Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(92)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Twaalf particuliere verhuurders van woningen in de sociale sector (belanghebbenden) stellen voor de jaren 2013, 2014 en 2015 dat de verhuurderheffing in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM.

Hof Amsterdam verwerpt dit standpunt echter in navolging van Rechtbank Noord-Holland. Bij de invoering van de verhuurderheffing is voldaan aan het vereiste van 'lawfulness' (rechtmatigheid), de verhuurderheffing dient een voldoende 'legitimate aim' (rechtmatig doel) en er is een 'fair balance' (proportionaliteit) aanwezig tussen het algemeen belang dat met de verhuurderheffing is gediend en de rechten van de verhuurders.

De gemachtigde heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat de verhuurderheffing voor belanghebbenden een buitensporige last oplevert, oordeelt het Hof.

De verhuurderheffing houdt volgens het Hof geen schending in van het verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel, omdat onvoldoende rekening zou zijn gehouden met een verschil in positie van particuliere verhuurders ten opzichte van woningbouwcoöperaties. Anders dan de gemachtigde meent, doet zich volgens het Hof voorts bij belanghebbende 6 geen situatie van mede-eigendom voor omdat de betreffende belanghebbende de enig (juridisch) eigenaar van de woningen is waarover de verhuurderheffing wordt berekend. Zo al ten aanzien van mede-eigenaren reden is om aan te nemen dat artikel 1.6 Wmw discriminatoir zou werken, is er derhalve bij deze belanghebbende geen grond om daar een gevolg aan te verbinden.

Het Hof verwerpt verder, evenals de Rechtbank, de stelling van de belanghebbenden dat de heffingsgrondslag zou moeten worden verminderd voor zover sprake is van geliberaliseerde huurwoningen met een huurprijs onder de liberalisatiegrens.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2013-2015
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
12 december 2017
Rolnummer
16/00256 t/m 16/00288
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:5500
NLF-nummer
NLF 2018/0360
Aflevering
8 februari 2018
bwbr-eerste&artikel=1,bwbr-eerste&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina