Direct naar content gaan

Samenvatting

Fiscale eenheid X (bv; belanghebbende) heeft een vrij nieuwe onroerende zaak, waarvoor de herzieningsperiode voor de aftrek nog niet was verstreken, met een optie voor belastingheffing willen leveren. De koper heeft echter niet voldaan aan de voorwaarde voor die optie van gebruik van de onroerende zaak voor doeleinden die voor ten minste 90% recht op aftrek geven (90%-criterium). De koper heeft de onroerende zaak namelijk binnen de zogeheten referentieperiode van twee jaar vrijgesteld doorverkocht. De Inspecteur heeft vervolgens over het tijdvak waarin de eerste levering plaatsvond de belasting nageheven die X bij een vrijgestelde levering verschuldigd was door de herziening ineens van de eerder genoten aftrek met betrekking tot de onroerende zaak. X bestrijdt dat voor de naheffingsaanslag in dit geval een afdoende wettelijke grondslag bestaat.

Rechtbank Gelderland en in hoger beroep Hof Arnhem-Leeuwarden hebben X geen gelijk gegeven.

Het ook in cassatie gehouden betoog van X komt erop neer dat zij, beoordeeld naar het moment van aangifte doen over het tijdvak waarin zij de onroerende zaak heeft geleverd (ex tunc), alle belasting heeft betaald die zij op aangifte behoorde te voldoen. Daarom is naheffing op voet van artikel 20 AWR niet mogelijk. Verder leidt X (met name) uit artikel 250 en 252 Btw-richtlijn af dat de Nederlandse wet moet voorzien in de mogelijkheid herzieningsomzetbelasting in het geval als het hare alsnog tijdig op aangifte te voldoen als blijkt dat niet aan het 90%-criterium wordt voldaan.

Volgens A-G Ettema falen de door X aangevoerde middelen. Omdat de bevoegdheid tot naheffing ex nunc wordt getoetst, oftewel met de kennis van nu, is naheffing nationaalrechtelijk mogelijk. Wat het Unierecht betreft staan artikel 250 en 252 Btw-richtlijn niet aan naheffing in de weg, alleen al omdat het daarin bepaalde niet strekt tot bescherming van belastingplichtigen.

De A-G geeft de Hoge Raad in overweging het cassatieberoep van X ongegrond te verklaren.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1 april t/m 30 juni 2015
Instantie
A-G
Datum instantie
30 september 2020
Rolnummer
19/04138
ECLI
ECLI:NL:PHR:2020:880
NLF-nummer
NLF 2020/2369
Aflevering
5 november 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3792
bwbr0002320&artikel=20,bwbr0002320&artikel=20

Naar de bovenkant van de pagina