Samenvatting
De mogelijkheid tot de uitwisseling van gegevens die van belang zijn voor de heffing van belastingen bestaat al geruime tijd. Het afgelopen decennium zijn een groot aantal ontwikkelingen doorgevoerd die zowel het wettelijk kader, de omvang en het potentieel van gegevensuitwisseling sterk hebben veranderd. In dit artikel gaan Lukas Hendriks en Janco van Dam in op de recente ontwikkelingen binnen de uitwisseling van informatie op verzoek en behandelen zij de implicaties voor Nederland. Waar passend, worden opmerkingen gemaakt en aanbevelingen gedaan.
NLF-W artikel
1. Inleiding
In dit artikel gaan wij in op de recente ontwikkelingen op het gebied van de uitwisseling van informatie op verzoek binnen de EU en bekijken wij de implicaties hiervan voor Nederland. In de Richtlijn betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (hierna: de Richtlijn) worden drie verschillende manieren van de uitwisseling van informatie mogelijk gemaakt. Dit zijn:
- de spontane uitwisseling;
- de automatische uitwisseling; en, zoals genoemd
- de uitwisseling op verzoek.
Deze Richtlijn heeft een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt en op 22 maart 2021 is alweer de zesde wijziging van de Richtlijn aangenomen (hierna: DAC7). Bovendien streeft de Europese Commissie ernaar nog in 2021 DAC8, ter zake van automatische gegevensuitwisseling over digitale cryptovaluta, aan te nemen. De gegevensuitwisseling in de EU is derhalve volop in ontwikkeling, met een duidelijke trend van toenemende (automatische) uitwisseling. De rechtsbescherming voor belastingplichtigen, informatiehouders en betrokken derden ter zake van deze gegevensuitwisseling lijkt echter geen gelijke tred te houden. Hier plaatsen wij in dit artikel enkele kritische kanttekeningen bij.