Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Voor de heffing van douanerechten voor geïmporteerde knoflookbollen bestaat een verschil tussen import uit China en import uit Pakistan. Voor de import uit China geldt een aanvullende heffing.
Een bedrijf (verder: X) dat knoflookbollen importeert heeft aangegeven dat deze uit Pakistan afkomstig zijn, terwijl na een onderzoek in een Amerikaans laboratorium is gebleken dat het om Chinese knoflookbollen gaat.
Dat heeft geleid tot een uitnodiging tot het betalen van extra douanerechten.
In de onderhavige cassatieprocedure is onder meer in geschil of het onderzoeksresultaat van het Amerikaans laboratorium toelaatbaar is als bewijsmiddel, nu dit laboratorium geen opening van zaken kan geven over het verrichte onderzoek.
In antwoord op prejudiciële vragen hierover heeft het Europese Hof van Justitie (HvJ) geoordeeld dat het gevraagde een kwestie van nationaal procesrecht is. Het gebruik van niet-verifieerbaar bewijs is op zich niet in strijd met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU (Unitrading Ltd., C-437/13, ECLI:EU:C:2014:2318).
Hof Amsterdam had onderkend dat in dit geval noch X noch een derde of de rechter, zelfstandig onderzoek kan doen naar de door het Amerikaanse laboratorium gerapporteerde resultaten. Het Hof heeft hierin echter geen beletsel gezien, op de grond dat het zowel het desbetreffende Amerikaanse laboratorium als de door dit laboratorium verkregen resultaten betrouwbaar acht.
De Hoge Raad beslist nu dat dat het Hof dit oordeel niet voldoende heeft gemotiveerd.
De overige middelen tegen de oordelen van het Hof acht de Hoge Raad ongegrond.
De zaak is verwezen naar Hof Amsterdam. Het verwijzingshof moeten beoordelen of de Inspecteur voor de ingevoerde knoflookbollen de oorsprong China heeft bewezen.
Indien de verwijzingsrechter zich niet voldoende toegerust acht de bewijskracht te beoordelen van onderzoeksresultaten waarvan niet alle relevante onderliggende gegevens zijn geopenbaard, kan hij zich desgewenst kan laten voorlichten door deskundigen, aldus de Hoge Raad.
Contrair: A-G Van Hilten.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2007
Instantie
HR
Datum instantie
3 december 2015
Rolnummer
12/02876
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:3467

Naar de bovenkant van de pagina