Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft beroep ingesteld inzake een WOZ-beschikking (peildatum 1 januari 2018) en tegen de gemeentelijke heffingen 2019.

Voor zover het beroep is gericht tegen de aanslag afvalstoffenheffing is het volgens Rechtbank Noord-Holland niet-ontvankelijk, omdat gesteld noch gebleken is dat X op enig moment bezwaar heeft gemaakt tegen de aanslag afvalstoffenheffing. Aan een inhoudelijke beoordeling van de rechtmatigheid van deze aanslag komt de Rechtbank daarom niet toe. De Rechtbank oordeelt verder dat de gemeente X niet hoeft te wijzen op de mogelijkheid van een hoorzitting. Er is geen sprake van schending van het hoorrecht.

De Heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde ad € 880.000 niet te hoog is vastgesteld. Voor zover het beroep is gericht tegen de WOZ-beschikking en de aanslag OZB is het ongegrond.

Ten aanzien van de rioolheffing komt de Rechtbank tot de conclusie dat onvoldoende inzicht is verschaft ten aanzien van de in de begroting opgenomen ramingen. De Verordening rioolheffing 2019 van de gemeente Bloemendaal is onverbindend, aldus de Rechtbank. Aangezien de overschrijding van de opbrengstlimiet meer dan 10 procent bedraagt, wordt de aanslag rioolheffing vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
18 november 2021
Rolnummer
20/632
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:10621
NLF-nummer
NLF 2021/2314
Aflevering
2 december 2021
bwbr0005416&artikel=228a,bwbr0005416&artikel=228a

Naar de bovenkant van de pagina