Samenvatting
Dit besluit (Stcrt. 2021, 22883) bevat het beleid voor de zuivere splitsing in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 27 januari 2015 (BLKB2015/38M, Stcrt. 2015, 3138).
Gewijzigd is de regeling voor splitsingen waarbij negatieve winst wordt behaald. Dergelijke splitsingen zijn niet langer uitgezonderd van de door het besluit aan de Inspecteur verleende algemene toestemming. Aan de door het besluit gestelde voorwaarden voor fiscale begeleiding is voor gevallen van negatieve winst een voorwaarde 12 toegevoegd (zie paragraaf 6).
Ook is de toelichting op de voorwaarden (zie paragraaf 6) bij voorwaarde 8 aangevuld met een verduidelijking op het punt van de zogenoemde houdsterverliezen. Aangegeven wordt dat de winstsplitsing van voorwaarde 8 niet kan meebrengen dat een houdsterverlies dat zonder toepassing van deze voorwaarde niet verrekenbaar is, door toepassing van de voorwaarde verrekenbaar wordt.
Verder zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht. Zo zijn bijvoorbeeld de paragrafen over terugwerkende kracht bij zuivere splitsing naar Nederlands recht en terugwerkende kracht bij zuivere splitsing naar buitenlands recht samengevoegd in paragraaf 4.1.
Dit besluit is met ingang van 28 april 2021 in werking getreden.