Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De gemeente Dinkelland heeft voor de jaren 2012 tot en met 2016 opgaven ingediend en bijdragen uit het Btw-compensatiefonds (BCF) ontvangen.

Na door de gemeente berekende correcties heeft de Inspecteur het recht op een bijdrage uit het BCF voor voornoemde jaren op de gecorrigeerde bedragen vastgesteld. Hij heeft op basis hiervan teruggaven van omzetbelasting verleend en belastingrente vastgesteld.

De correcties hebben enerzijds betrekking op vergissingen in de administratie van X waarbij de Inspecteur geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Anderzijds houden de correcties verband met een herberekening van het vanaf 2016 toegepaste mengpercentage op basis van een nieuwe methodiek. Het mengpercentage is in wezen een verdeelsleutel voor de verdeling van de voorbelasting in verband met economische en niet-economische activiteiten.

In geschil is of de gemeente op grond van artikel 28c IW 1990 recht heeft op vergoeding van invorderingsrente over de door de Inspecteur verleende teruggaven omzetbelasting.

Rechtbank Gelderland meent, anders dan de Ontvanger, dat de teruggaaf betrekking heeft op een ‘geheven’ bedrag in de zin van artikel 28c IW 1990. De verwijzende rechter vraagt zich echter af of het terugbetaalde bedrag in strijd met het Unierecht is geheven.

Het HvJ verklaart in antwoord op hierover gestelde prejudiciële vragen het volgende voor recht:

‘Het Unierecht legt niet de verplichting op om rente aan een belastingplichtige te betalen vanaf de betaling van een bedrag aan btw dat vervolgens door de belastingdienst wordt terugbetaald, wanneer die teruggaaf deels het gevolg is van de vaststelling dat de belastingplichtige wegens fouten in zijn boekhouding zijn recht op aftrek van voorbelasting voor de betrokken jaren niet volledig heeft uitgeoefend, en deels het gevolg is van een wijziging, met terugwerkende kracht, van de berekeningsmodaliteiten van de aftrekbare btw over de algemene kosten van de belastingplichtige, indien deze modaliteiten onder zijn uitsluitende verantwoordelijkheid zijn vastgesteld.’

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Invordering
Belastingtijdvak
2012-2016
Instantie
HvJ
Datum instantie
22 februari 2024
Rolnummer
C-674/22
ECLI
ECLI:EU:C:2024:147
Auteur(s)
mr. J.J. Vetter
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2024/0556
Aflevering
5 maart 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6271

Naar de bovenkant van de pagina