Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Als het aan de nieuwe coalitie ligt, gaat iedereen die werkt minder belasting betalen. De onderhandelende partijen zijn het zo goed als eens over een ingrijpende aanpassing van het belastingstelsel: twee van de vier belastingschijven verdwijnen. Het nieuwe belastingsysteem, met twee schijven, moet in 2019 ingaan, mits de Belastingdienst dat aankan. Het zou kunnen dat het later pas gebeurt.


Nu is belastingherziening een politieke wens van alle tijden. Maar de geschiedenis laat zien dat een echte herziening buitengewoon lastig is. De vaste commissie voor Financiën heeft op woensdag 25 maart 2015 alvast met een aantal genodigden gesprekken gevoerd over keuzes voor een beter belastingstelsel. Eén van de genodigden was oud-staatssecretaris van Financiën, Vermeend. Hij vindt dat een belastingherziening inzet moet zijn van de verkiezingscampagnes van de politieke partijen. Vermeend blikte terug op zijn tijd als staatssecretaris en gaf de commissie het volgende advies mee.

Opinie

‘Dank u wel, voorzitter. Hartelijk dank voor de uitnodiging. Het komt me allemaal bekend voor. De belastingherziening komt me ook bekend voor. Ik heb alle stukken nog eens grondig doorgenomen.

Ik ben tot de conclusie gekomen dat ze ongeveer hetzelfde zeggen als in het jaar 2000. Alles komt weer terug. De vermogensbelasting komt weer terug, de verbreding komt weer terug, het uniforme btw-tarief komt weer terug, zelfs de belastingvrije som komt weer terug. Ook de verhoging van de vennootschapsbelasting en een belastingtarief van 60% komen weer terug. Kortom, alles is weer aanwezig.

Ik ga niet in op al die voorstellen, maar mijn voorstel zou zijn: neem de tijd. De ervaring leert dat je minimaal drie jaar nodig hebt om zo’n gigantische herziening door te voeren, van de advisering via de behandeling in de Tweede Kamer tot de behandeling in de Eerste Kamer. Neem vooral de tijd en wees heel zorgvuldig. Je maakt een stelsel namelijk voor de langere termijn.

Voorts wil ik wijzen op het feit dat het stelsel internationaal gericht moet zijn. Al in mijn tijd moest je ervoor zorgen dat je internationaal concurrerend bleef. De doelstelling, zoals voor mij verwoord door de heer Oudshoorn, moet zijn: arbeidsplaatsen, arbeidsplaatsen, arbeidsplaatsen en nog eens arbeidsplaatsen. De komende decennia heeft Nederland een gebrek aan arbeidsplaatsen. Dat heeft ook te maken met technologie, met digitalisering et cetera. Richt je stelsel dus ook in op de nieuwe samenleving, op de Economie 4.0. Die is digitaal, met nieuwe technologie. Daar is het huidige stelsel niet tegen bestand. We denken nog weleens dat we dingen kunnen realiseren, maar als ik om me heen kijk in de wereld, is het heel simpel: digitalisering is grensoverschrijdend. Het stelsel zal grensoverschrijdend dus in ieder geval haalbaar, consistent en solide moeten zijn.

Gezien de ontwikkelingen van de afgelopen periode zou het kabinet moeten volstaan met een goede notitie, met alles erop en eraan. Elke partij heeft zijn eigen wensjes en opvattingen. Dat was in mijn tijd ook al zo; dat blijft allemaal hetzelfde. Zet dat allemaal op papier, met alternatieven. En maak het dan gereed voor het volgende kabinet. Dan kan de kiezer er ook over oordelen. Dat vind ik veel sportiever. Laat elke politieke partij in haar politieke programma haar eigen stelsel neerzetten. Dan hebben we straks een leuk verkiezingsdebat. Dat is nuttig en dan hebben de politieke partijen de komende jaren ook wat te doen. Dan kan iedereen laten zien hoeveel arbeidsplaatsen er worden gecreëerd. Mensen die het willen vergroenen, kunnen het vergroenen. Dat levert ook weer arbeidsplaatsen op. De ervaring leert wel dat verschuiven weinig oplevert. Dat blijkt ook uit de huidige modellen van het Centraal Planbureau. Wie dus heel veel wil verschuiven, zal teleurgesteld zijn.

In internationaal opzicht komt daar een groot probleem bij. We zitten vast aan Europese regels en we hebben last van grensoverschrijdende effecten. Als je een en ander dus wilt gaan veranderen, kijk dan vooral naar arbeid. Waar wordt arbeid gecreëerd? Dat weten we inmiddels ook.

Daarover zijn talloze onderzoeken verschenen; die zijn ook in de Kamer ingediend. De komende tien à vijftien jaar worden de meeste arbeidsplaatsen gecreëerd bij bedrijfjes met minder dan tien werknemers. Daar komt de werkgelegenheid vandaan. Tegelijk blijkt uit alle cijfers dat de lastendruk op arbeid vooral een premie-effect is. Het is puur een socialepremie-effect. In vergelijking met het buitenland zijn wij een gematigd land qua belastingdruk, zoals wij in alles gematigd zijn. De grote druk zit ‘m uiteindelijk in de premie-effecten. Daar schuilt het grote probleem.

Dat was mijn advies, mijnheer de voorzitter. Ik wens u heel veel succes.’

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Auteur(s)
mr. F.A. Peppelenbosch
NLFiscaal
NLF-nummer
NLF Opinie 2017/1
Judoreg
NFB1213
Publicatiedatum
27 september 2017

Naar de bovenkant van de pagina