Direct naar content gaan

Samenvatting

Relevante Kamerstukken


15 oktober 2021

Update noot bij nota naar aanleiding van het verslag

In de nota naar aanleiding van het verslag is ook aandacht besteed aan de voorgestelde gerichte vrijstelling voor thuiswerkvergoeding.
 
Op de vraag of de (pro-ratatoepassing van de) 128-dagenregeling tot extra administratieve lasten leidt en of dit de complexiteit van de financiële administratie van werkgevers verhoogt, wordt het volgende opgemerkt. De basis voor het toekennen van een vaste thuiswerkvergoeding zijn de afspraken die werkgever en werknemer met elkaar maken. Een incidentele afwijking van de afspraak hoeft niet te leiden tot een aanpassing van de vaste vergoeding. Met de 128-dagenregeling voor thuiswerkkosten wordt een soortgelijke – en dus voor werkgevers bekende – methode voorgesteld. Het is inherent aan de introductie van een (maatschappelijk gewenste) aanvullende gerichte vrijstelling, dat dit administratieve lasten met zich brengt. Naar mijn mening wordt hiermee de administratieve last die voor werkgevers zal gaan gelden duidelijk onderschat. Immers, er zal bijvoorbeeld bijgehouden moeten worden hoe vaak een werknemer thuis werkt, dat er geen samenloop is met een (vaste) reiskostenvergoeding enz. enz. Ook blijft in het midden wanneer sprake is van een meer dan incidentele afwijking en er derhalve herrekening dient plaats te vinden. Verderop in de nota naar aanleiding van het verslag wordt ten aanzien van de (vaste) reiskostenvergoeding overigens fijntjes opgemerkt dat de voorgestelde regeling met zich brengt dat uit de administratie van de werkgever het onderscheid moet blijken tussen bestemmingen van reizen naar een vaste werkplek en overige zakelijke reizen. Ook dient uit de administratie te blijken op welke dagen welke vergoeding van toepassing is en welke afspraken over de verhouding thuiswerken en werken op de vaste werkplek is vastgelegd.  De evaluatie van de gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten zal in 2023 bij de evaluatie van de werkkostenregeling worden meegenomen.
 
Verder wordt in de nota naar aanleiding van het verslag bevestigd dat, indien een werkgever voor een dag zowel een thuiswerkvergoeding als een reiskostenvergoeding naar de vaste plaats van werkzaamheden wil geven, de werkgever een van de vergoedingen aan kan wijzen als eindheffingsloon en ten laste van de vrije ruimte kan brengen.
 
Ook wordt ingegaan op het feit dat de gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten onder de reikwijdte van de aftrekbeperking gemengde kosten in de winstsfeer valt. Opgemerkt wordt dat alleen de gedeelten van de thuiswerkvergoeding die zien op ‘voedsel, drank en genotmiddelen’ onder deze aftrekbeperking zullen vallen, waarbij voor de toedeling uit de € 2 per thuiswerkdag wordt aangesloten bij de Nibud-normen.
 
Tot slot wordt opgemerkt dat het beleid rond de zogenoemde ‘Rayon-arresten’ en de 20-dagenregeling met de invoering van de gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten niet herleeft. Het is een nieuwe regeling met een eigen uitleg van het begrip vaste plaats van werkzaamheden, aldus de nota naar aanleiding van het verslag. Zo is er in elk geval sprake van een vaste plaats van werkzaamheden als een werknemer op kalenderjaarbasis meer dan 40 dagen naar de betreffende plek reist, ongeacht de datum van indiensttreding, het aantal contracturen en de lengte van het verblijf.  

21 september 2021

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Loonbelasting
Instantie
MvF
Datum instantie
20 september 2021
Parlementair dossier
NLF-nummer
NLFs 2021/0110
Aflevering
30 september 2021a
Auteur(s)
dr. F.M. Werger
BDO
bwbr0002471&artikel=31a

Naar de bovenkant van de pagina