Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze zaak heeft de Belastingsamenwerking Oost-Brabant een uitspraak op bezwaar gedaan waartegen beroep is ingesteld bij Rechtbank Oost-Brabant.

De Rechtbank stelde X (belanghebbende) in een brief van 15 september 2021 in de gelegenheid verzuimen te herstellen, zoals het opgeven van de gronden van het beroep en toezending van relevante documenten. Deze brief werd echter naar een voormalig adres van de gemachtigde in Groningen gestuurd. Na een aangetekende brief van 18 oktober 2021 om de redenen voor het niet tijdig herstellen van verzuimen op te geven, vroeg de gemachtigde op 19 oktober 2021 om nader uitstel, waarbij hij beweerde de brief niet eerder te hebben ontvangen vanwege een onjuiste adressering. Desondanks verklaarde de Rechtbank het beroep uiteindelijk niet-ontvankelijk, oordelend dat X voldoende tijd had om verzuimen te herstellen en het verzoek om uitstel te laat was ingediend. Het verzet van X werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dit gegrond.

Indien een brief waarin een termijn wordt gesteld voor het herstellen van een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 Awb onjuist is geadresseerd en deze onjuiste adressering niet is te wijten aan degene die het rechtsmiddel heeft ingesteld, kan niet worden aanvaard dat de voor herstel van het verzuim beschikbare termijn daardoor wordt verkort. Een zodanige verkorting is niet te verenigen met de ernst van het gevolg dat volgens artikel 6:6 Awb aan het niet herstellen van dat verzuim kan worden verbonden, te weten niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar of (hoger) beroep. In een zodanig geval moet worden aangenomen dat de voor het herstel van het verzuim bepaalde termijn pas aanvangt op de dag van verzending van de brief naar het juiste adres dan wel – indien dat eerder is – op de dag waarop (de gemachtigde van) de belanghebbende de brief inzake het herstellen van het verzuim of een afschrift daarvan onder ogen heeft gekregen (vgl. HR 17 april 2015, 14/05377, ECLI:NL:HR:2015:960, r.o. 2.3.1).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
HR
Datum instantie
24 november 2023
Rolnummer
22/04806
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1625
Auteur(s)
mr. N. van den Hoek
Jaeger Advocaten-belastingkundigen
NLF-nummer
NLF 2023/2743
Aflevering
7 december 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6112
bwbr0005537&artikel=6:6,bwbr0005537&artikel=8:37&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:37&lid=2,bwbr0005537&artikel=8:41&lid=6,bwbr0005537&artikel=8:54&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:55&lid=1,bwbr0005537&artikel=6:6

Naar de bovenkant van de pagina