Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) is een naar Nederlands recht opgerichte beleggingsvennootschap, waarvan de enige aandeelhouder in het onderhavige jaar (2004) woonachtig was in Nederland. Het belegde vermogen van X (gemiddeld circa € 35 miljoen) bestond met name uit quoted bonds en quoted equity shares. Zij belegde defensief, nagenoeg geheel in specifieke vastrentende waarden.

Op 9 juli 2004 zijn C en E, beiden werkzaam bij F (Ltd.) te Singapore benoemd tot bestuurders van X. Met ingang van diezelfde datum is tussen X en F een managementovereenkomst gesloten. Gedurende het gehele jaar 2004 werd de beleggingsportefeuille van X beheerd door G op basis van een in 2001 met X gesloten overeenkomst van vermogensbeheer.

Rechtbank Den Haag en Hof Den Haag hebben in een eerdere procedure, betreffende de jaren 2002 en 2003, geoordeeld dat X in die jaren voor de toepassing van de BRK geen inwoner was van Curaçao maar van Nederland. Dat oordeel staat onherroepelijk vast (zie HR 23 mei 2014, 12/05526, ECLI:NL:HR:2014:1194).

Het Hof heeft voor het jaar 2004 geoordeeld dat X inwoner was van Nederland, zowel – tot en met 8 juli – voor de toepassing van de BRK, als – met ingang van 9 juli – voor de toepassing van het Verdrag Nederland-Singapore (hierna: het Verdrag).

X komt in cassatie op tegen het oordeel van het Hof dat X met ingang van 9 juli 2004 voor de toepassing van het Verdrag (artikel 3, lid 4) inwoner is van Nederland.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep echter ongegrond. Het Hof heeft op basis van de feiten aan zijn oordeel ten grondslag gelegd dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X feitelijk door haar aandeelhouder vanuit Nederland werd geleid en bestuurd. Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.

Deze noot heeft tevens betrekking op het gelijkluidende arrest van dezelfde datum met nummer 16/05066 (NLF 2018/0344).

Kernvraag betreft uitlegging ‘geleid en bestuurd’

Kernvraag in deze procedure is hoe het begrip ‘geleid en bestuurd’ in artikel 3, lid 4, Verdrag Nederland-Singapore geïnterpreteerd moet worden. De beleggingsvennootschap in deze procedure beoogde per 9 juli 2004 haar fiscale woonplaats naar Singapore te verplaatsen, onder andere door het benoemen van twee bestuurders werkzaam bij een trust in Singapore. De vennootschap werd ook beschouwd als inwoner van Nederland op grond van de vestigingsplaatsfictie van artikel 2, lid 4, Wet VpB 1969, zodat de kwestie beslist moest worden aan de hand van de tiebreaker voor dualresidentlichamen van artikel 3, lid 4, Verdrag Nederland-Singapore. Deze bepaling wijst het verdragsinwonerschap toe aan de staat waar een dualresidentvennootschap ‘geleid en bestuurd’ wordt (in de Engelse versie: ‘managed and controlled’). Deze bepaling wijkt tekstueel af van artikel 4, lid 3, OESO-Modelverdrag, waarin wordt gesproken over de ‘plaats van feitelijke leiding’.

Interpretatie op basis van algemene verdragsuitleggingsregels

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2004
Instantie
HR
Datum instantie
19 januari 2018
Rolnummer
16/03321
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:47
Auteur(s)
mr. dr. R.A. Bosman
Loyens & Loeff/Vrije Universiteit
NLF-nummer
NLF 2018/0321
Aflevering
8 februari 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1273
,entry not found in index,bwbr0002672&artikel=2&lid=1,bwbr0002672&artikel=3&lid=1,bwbr0002672&artikel=15c&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina