Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op 22 oktober jl. is de internetconsultatie fiscaal verdragsbeleid en aanwijzing van laagbelastende staten gesloten. Belangstellenden werd met name gevraagd te reageren op nieuw te formuleren verdragsbeleid met het oog op de voorgestelde invoering van een bronbelasting op dividenden, interest en royalty’s. Daarnaast werd aandacht gevraagd voor het verdragsbeleid in relatie tot ontwikkelingslanden.

Opinie

De aanleiding voor de internetconsultatie

Staatssecretaris Menno Snel van Financiën is voornemens om in de loop van 2019 een brief over het fiscaal verdragsbeleid aan te bieden aan de Tweede Kamer. In deze brief zullen de veranderingen in het fiscaal verdragsbeleid sinds het verschijnen van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 (NFV 2011) worden beschreven. Naast veranderingen in het fiscaal verdragsbeleid die op een eerder moment met de Kamer zijn gedeeld, zal in de brief ook worden ingegaan op nieuw verdragsbeleid. Daarnaast zal de staatssecretaris dit jaar voor het eerst een lijst van aangewezen staten vaststellen met het oog op de toepassing van de – in het op 18 september 2018 bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel ‘Implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking’ – voorgestelde maatregel met betrekking tot controlled foreign companies (hierna: CFC-maatregel). De CFC-maatregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. In het vervolg zal deze lijst jaarlijks worden geactualiseerd en opnieuw worden vastgesteld. De lijst van aangewezen staten die in 2019 en latere jaren wordt vastgesteld, zal ook worden gebruikt voor de heffing van de in te voeren conditionele bronbelasting op dividenden (per 1 januari 2020) en interest en royalty’s (per 1 januari 2021). Door middel van een internetconsultatie is aan belangstellenden de gelegenheid gegeven om voor hen van belang zijnde aangelegenheden in relatie tot het fiscaal verdragsbeleid en de aangewezen laagbelastende staten onder de aandacht van het ministerie van Financiën te brengen.

Reacties

Op de consultatie hebben de volgende (16) organisaties gereageerd:

  • Tax Justice Nederland (A. Merkies);
  • VNO-NCW (D.J. Sinke);
  • Taxand (G. Nagelhout);
  • Netherlands British Chamber of Commerce (M. Buckers);
  • De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (R.A. van der Jagt);
  • NOC*NSF (N. Kingma);
  • Kunstenbond-Ntb (P. van den Bunder);
  • Rotterdams Philharmonisch Orkest (D. Rosenquist);
  • Dutch DJ Foundation (J. Dobbenberg);
  • VBNGB (J.A. Busch);
  • Amsterdam Sinfonietta (J. Westerveld);
  • NAPK (L. Burghout);
  • Popcoalitie (J. Van der Plas);
  • Music Managers Forum Netherlands (A. Klingers);
  • All Arts Belastingadviseurs (D. Molenaar);
  • DLA Piper (A.W. van Doremalen).

Hoe nu verder?

Het netwerk van bilaterale verdragen ter vermijding van dubbele belasting en ter voorkoming van het ontduiken en ontwijken van belasting is van groot belang voor Nederland. Voortdurend werkt het ministerie van Financiën aan de uitbreiding en het onderhoud van dat netwerk. Dat gebeurt binnen een kader van beleidsmatige uitgangspunten die rekening houden met veranderingen in economische omstandigheden, met ontwikkelingen van fiscaal beleid in Nederland (zoals dat in aanpassing van onze nationale belastingwetgeving tot uitdrukking komt) en met internationale fiscale ontwikkelingen. Sinds het verschijnen van de NFV 2011 is het fiscaal verdragsbeleid op een aantal punten gewijzigd. Over deze wijzigingen is de Kamer bij verschillende gelegenheden geïnformeerd, waardoor de informatie over het fiscaal verdragsbeleid op een aantal punten gefragmenteerd is geraakt. Het eerste doel van de brief die aan de Kamer zal worden gestuurd is om de reeds doorgevoerde en gepubliceerde wijzigingen in het fiscaal verdragsbeleid beter inzichtelijk te maken. Daarnaast zal in de brief worden ingegaan op nieuw te formuleren verdragsbeleid. In de brief zal, onder andere, worden ingegaan op nieuw verdragsbeleid met het oog op de voorgestelde afschaffing van de dividendbelasting en de voorgestelde invoering van een bronbelasting op dividenden, interest en royalty’s naar aangewezen staten en in misbruiksituaties. Ook zal aandacht worden besteed aan verdragsrelaties met ontwikkelingslanden.

Lijst van laagbelastende staten en staten op de EU-lijst van niet-coöperatieve jurisdicties (aangewezen staten)

Het kabinet stelt in het wetsvoorstel ‘Implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking’ een CFC-maatregel voor in de Wet VpB 1969 in geval van gecontroleerde lichamen of vaste inrichtingen (hierna: CFC’s) in staten zonder winstbelasting of met een statutair tarief van minder dan 7% (hierna: aangewezen laagbelastende staten) of in staten die zijn opgenomen op de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (hierna: EU-lijst van niet-coöperatieve jurisdicties). Met het oog op de uitvoeringspraktijk en de rechtszekerheid zal jaarlijks bij ministeriële regeling een uitputtende lijst worden vastgesteld van de op grond van deze criteria aangewezen staten. Voor de beoordeling van het niveau van winstbelasting geldt een peildatum van 1 oktober van enig kalenderjaar. De voorgenomen aanwijzing van laagbelastende staten wordt geconsulteerd. De EU-lijst van niet-coöperatieve jurisdicties is een gegeven en maakte geen onderdeel uit van de consultatie. De voorgestelde CFC-maatregel zal betrekking hebben op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019. Met 1 oktober 2018 als peildatum zullen in dit jaar voor het eerst laagbelastende staten worden aangewezen voor het heffingsjaar 2019. De laagbelastende staten die in 2019 (met 1 oktober 2019 als peildatum) voor het heffingsjaar 2020 en in latere jaren worden aangewezen, zullen ook relevant zijn voor de heffing van de in te voeren conditionele bronbelasting op dividenden (per 1 januari 2020) en interest en royalty’s (per 1 januari 2021).

Reactie Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

In deze reactie heeft de Orde haar visie op enkele onderdelen uiteengezet over het Nederlandse verdragsbeleid. Het verdragennetwerk is voor Nederland erg waardevol en dient omwille van het vestigingsklimaat te worden beschermd in een wereld van hevige fiscale concurrentie. Daarbij moeten belastingplichtigen met reële activiteiten en substance worden gefaciliteerd en tegelijkertijd dient het risico van verdragsmisbruik zoveel mogelijk te worden geminimaliseerd middels de gangbare internationale principes.

Conform het huidige verdragsbeleid, zou wat betreft de Orde het Nederlandse verdragsbeleid de volgende uitgangspunten moeten hebben:

  1. dubbele belastingheffing voorkomen voor reële situaties en daarbij het risico van verdragsmisbruik minimaliseren;
  2. optimale transparantie en samenwerking tussen verdragspartners en daarbij rechtsbescherming bieden in de vorm van (snelle) mutual agreement procedures;
  3. bij de verdeling van heffingsbevoegdheid het OESO-Modelverdrag als uitgangspunt blijven hanteren en slechts waar (echt) nodig is maatwerkoplossingen bieden in lijn met internationaal gangbare ontwikkelingen.

In zijn reactie gaat de Orde nader in op deze uitgangspunten, met name ten aanzien van de in het consultatiedocument genoemde onderwerpen.

Verder verzoekt de Orde het kabinet nadrukkelijk om de lijst met laagbelastende staten te heroverwegen en aan te sluiten bij de zwarte lijst van niet-coöperatieve jurisdicties van de EU. De EU zwarte lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden is onderdeel van een breder pakket aan EU-regels voor de bestrijding van belastingontduiking en -ontwijking waarmee wordt beoogd om zwaardere antimisbruikmaatregelen te hanteren indien er sprake is van oneerlijke belastingconcurrentie. Voor landen die niet op de Europese lijst staan, onderkent de EU dat deze landen voldoen (of hebben toegezegd om per 1 januari 2019 te zullen voldoen) aan de Europese en internationale standaarden voor transparantie, eerlijke concurrentie op belastinggebied en reële economische activiteiten. De Orde is van mening dat de zwarte lijst van niet-coöperatieve jurisdicties van de EU voldoende is om ‘tax havens’ te identificeren.

Relevante link naar reacties en documenten

De internetconsultatie en de ingekomen reacties zijn te raadplegen via:

https://www.internetconsultatie.nl/fiscaalverdragsbeleid_laagbelastendestaten

Op deze site zijn verder de volgende documenten te raadplegen:

  1. consultatiedocument fiscaal verdragsbeleid;
  2. nadere informatie consultatie fiscaal verdragsbeleid;
  3. nadere informatie consultatie van laagbelastende staten.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Auteur(s)
mr. F.A. Peppelenbosch
NLFiscaal
NLF-nummer
NLF Opinie 2018/59
Judoreg
NFB2213
Publicatiedatum
31 oktober 2018

Naar de bovenkant van de pagina