Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ dat op 10 oktober 2017 openbaar is gemaakt, staat dat de looptijd van de 30%-regeling met ingang van 1 januari 2019 zal worden verkort van acht jaar naar vijf jaar. Met deze versobering is een budgettaire opbrengst van € 284 miljoen op jaarbasis gemoeid. Wat bezielt een kabinet dat enerzijds € 1,4 miljard uitgeeft om Nederland aantrekkelijk te houden voor multinationale bedrijven (de afschaffing van de dividendbelasting), maar anderzijds een sterke troef uit handen geeft door een versobering van de 30%-regeling?


Maar voor het zover is, moeten we de gevleugelde woorden van Heer Olivier B. Bommel goed in gedachten houden ‘Tom Poes, verzin een list!’. Want we moeten de gevaren van fout beleid ook op fiscaal gebied onderkennen.

Opinie

Experts uit het buitenland die hier komen werken, kunnen een onbelaste vergoeding krijgen van 30% van hun brutoloon. De regeling, waarmee in 2014 bijna € 700 miljoen gemoeid was, moet mensen met een schaarse deskundigheid aantrekken en het Nederlandse vestigingsklimaat verbeteren. Maar met ingang van 1 januari 2019 gaat dit veranderen. In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ dat op 10 oktober 2017 openbaar is gemaakt, staat dat de looptijd van de 30%-regeling met ingang van 1 januari 2019 zal worden verkort van acht jaar naar vijf jaar. Met deze versobering is een budgettaire opbrengst van € 284 miljoen op jaarbasis gemoeid. Daarmee is het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de 30%-regeling een feit. Op 11 juni 2017 schreef de toenmalige staatssecretaris van Financiën (Wiebes) in een brief aan de Tweede Kamer inderdaad al dat het kabinetsstandpunt naar aanleiding van de evaluatie door het nieuwe kabinet zal worden opgesteld. Maar het was op dat moment zeker nog niet te voorzien dat het nieuwe kabinet gelijk al zou besluiten tot deze bezuinigingsoperatie. Het voornemen van Rutte III staat ook haaks op de reacties van gezaghebbende deskundigen en organisaties die op 11 juli 2017 door de Tweede Kamer waren uitgenodigd tot het inzenden van een schriftelijke reactie op de evaluatie van de 30%-regeling. De sluitingsdatum was 7 september 2017. Er kwamen meer dan vijftien reacties binnen, maar een verkorting van de looptijd van acht naar vijf jaar werd door niemand bepleit.

Rutte III zwalkt

Wat bezielt een kabinet dat enerzijds € 1,4 miljard uitgeeft om Nederland aantrekkelijk te houden voor multinationale bedrijven (de afschaffing van de dividendbelasting), maar anderzijds een sterke troef uit handen geeft door een versobering van de 30%-regeling die de schatkist vervolgens weer € 284 miljoen oplevert?

Tijdens het debat over de regeringsverklaring op 2 november 2017 en de algemene financiële beschouwingen op 8 en 9 november 2017 riepen minister-president Rutte en de beide bewindslieden van Financiën (Hoekstra en Snel), om het hardst dat een goed vestigingsklimaat voor het behoud van werkgelegenheid in Nederland van levensbelang is. Ik wijs hierbij ook nog op de brief van 9 november 2017 die minister-president Rutte naar de Tweede Kamer heeft gezonden. Daarin staat dat het fiscale stelsel voor multinationale bedrijven zwaar weegt bij de besluitvorming over de vestigingsplaats. De minister-president schrijft dat de achtergrond van het afschaffen van de dividendbelasting als volgt is:

  • ‘De internationale context waarin multinationale bedrijven opereren is veranderd en ontwikkelt zich voortdurend. Brexit is een in het oog springend voorbeeld. Daarnaast hebben bedrijven te maken met activistische aandeelhouders die scherp sturen op rendement. Bovendien is er door het ruime monetaire beleid veel goedkoop geld in omloop dat gebruikt kan worden voor overnames. We zien veelvuldig berichten over fusies en overnames. In deze nieuwe internationale context is het niet vanzelfsprekend dat bedrijven kiezen voor Nederland als vestigingsplaats.
  • Voor behoud en groei van werkgelegenheid moet Nederland zich aanpassen aan de nieuwe realiteit. Dat is de gemeenschappelijke analyse van de onderhandelende partijen, te meer daar Nederland met zijn relatief kleine thuismarkt een intrinsiek nadeel heeft ten opzichte van andere Europese landen. Als coalitie hebben we de keuze gemaakt om een stap extra te zetten voor bedrijven die daadwerkelijk toegevoegde waarde en banen opleveren.’

Ik kan met de inkorting van de looptijd van de 30%-regeling niet anders concluderen dat Rutte III een zwalkende koers vaart als het gaat om een aantrekkelijk vestigingsklimaat. En dan laat ik de, in het Belastingplan 2018 voorgestelde, aanpassing van artikel 10a Wet VpB 1969 gemakshalve nog maar even buiten beschouwing. En dat doe ik dan ook maar ten aanzien van het persbericht van het ministerie van Financiën van 25 oktober 2017, waarin met terugwerkende kracht tot 25 oktober 2017, 11.00 uur spoedreparatiemaatregelen inzake de fiscale eenheid werden aangekondigd. Dit doet de reputatie van Nederland als fiscaal aantrekkelijk vestigingsland zeker geen goed.

Dialogic-rapport

In de op verzoek van het ministerie van Financiën door onderzoeksbureau Dialogic opgestelde evaluatie van de 30%-regeling, die op 1 juni 2017 verscheen, wordt ingeschat dat de 30%-regeling een doeltreffende en doelmatige regeling is. Dialogic denkt dat enkele aanpassingen mogelijk een positief effect hebben op de doeltreffendheid, doelmatigheid en/of de passendheid van de 30%-regeling, te weten:

  1. verkorting van de looptijd naar vijf of zes jaar;
  2. vergroten van de 150-kilometergrens;
  3. verlaging van het forfait bij inkomens boven de € 100.000.

Er zijn andere aanpassingen (zoals een andere vaste forfaithoogte dan 30%) geanalyseerd, maar die liggen minder voor de hand.

Volgens Dialogic is het mogelijk dat een verkorting van de looptijd naar vijf of zes jaar zorgt voor een hogere doelmatigheid terwijl de doeltreffendheid nauwelijks beperkt wordt. Volgens het onderzoeksbureau blijkt dat 80% van de gebruikers van de 30%-regeling deze niet langer dan vijf jaar gebruikt. Dialogic verwacht dat binnen de groep die de regeling wel langer gebruikt een substantieel aandeel buitenlandse werknemers zit die zich in Nederland structureel of zeer langdurig vestigen. Hierdoor zullen de laatste jaren weinig additionele positieve effecten hebben op overwegingen om naar Nederland te komen. Bovendien valt het vestigen voor langere termijn buiten de scope van de regeling, schrijven de onderzoekers. Volgens Dialogic wordt in het buitenland vrijwel overal een looptijd van vijf jaar gehanteerd. Nederland steekt hier met acht jaar sterk bovenuit.

Conclusie

Je zou enerzijds kunnen zeggen dat Rutte III de looptijd van de Nederlandse regeling terug wil brengen naar vijf jaar om terug te keren naar de middenmoot. Maar is het anderzijds niet veel logischer om juist te kiezen voor acht jaar om zo het competitieve voordeel te behouden?

Ik meen van wel. Een inkorting van de 30%-regeling zorgt er voor dat Nederland minder aantrekkelijk wordt voor multinationale bedrijven. Een aantal buitenlandse werknemers komt door deze wijziging mogelijk (net) niet meer naar Nederland. Uit de reacties van de gezaghebbende deskundigen en organisaties die de Tweede Kamer heeft ontvangen, blijkt in ieder geval ook overduidelijk dat het bedrijfsleven, voetbalorganisaties en universiteiten niet zitten te wachten op een aanpassing/versobering van de 30%-regeling.

De budgettaire opbrengst van de aanpassing van € 284 miljoen is echter al ingeboekt in de rijksbegroting tot en met 2021. Als de Kamer de 30%-regeling in zijn huidige vorm wenst te handhaven, zal de Kamer daarvoor zelf een adequate budgettaire dekking moeten zoeken. Een al sinds jaar en dag door diverse kabinetten beproefde tactiek. Vermoedelijk zal de verkorting van de looptijd van de 30%-regeling in het Belastingplan 2019 worden opgenomen.

Maar voor het zover is moeten we de gevleugelde woorden van Heer Olivier B. Bommel goed in gedachten houden ‘Tom Poes, verzin een list!’. Want we moeten de gevaren van fout beleid ook op fiscaal gebied onderkennen.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Auteur(s)
mr. F.A. Peppelenbosch
NLFiscaal
NLF-nummer
NLF Opinie 2017/18
Judoreg
NFB1225
Publicatiedatum
15 november 2017

Naar de bovenkant van de pagina