Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft zijn auto op 6 maart 2020 geparkeerd in Delft. Hij heeft zijn parkeeractie aangemeld via Yellowbrick tegen een tarief van € 3,20 per uur.

Uit de lokale regelgeving volgt echter dat betreffende parkeerplaatsen zijn aangewezen als (dag)vergunninghouderplaatsen.

Tijdens een scancontrole op vrijdag 6 maart 2020 is geconstateerd dat met betrekking tot de auto van X geen sprake was van parkeren met een geldige parkeervergunning of dagparkeervergunning. De Heffingsambtenaar heeft daarom een naheffingsaanslag opgelegd voor een bedrag van € 91, bestaande uit € 30 aan parkeerbelasting en € 61 aan kosten.

In hoger beroep staat niet meer ter discussie dat X heeft geparkeerd in een (dag)parkeervergunninggebied, en dat dit voor hem voldoende kenbaar was.

Hof Den Haag volgt X niet in zijn standpunt dat parkeren zonder (dag)vergunning in strijd is met een parkeerverbod en dat daarom geen parkeerbelasting is verschuldigd.

De naheffingsaanslag is opgelegd naar het tarief van € 30 per 60 minuten, met een maximum van € 30 per 24 uur. Aangezien de naheffingsaanslag is opgelegd naar het tarief voor een uur parkeren, is de naheffing, anders dan X betoogt, niet in strijd met artikel 234, lid 3, Gemw. Het tarief is volgens Hof Den Haag ook niet onredelijk of willekeurig.

De slotsom luidt dat de Heffingsambtenaar de naheffingsaanslag terecht en naar het juiste bedrag aan X heeft opgelegd.

De Hoge Raad heeft op 24 februari 2023 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (22/01682)

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
17 maart 2022
Rolnummer
21/00416
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:508
NLF-nummer
NLF 2022/0809
Aflevering
21 april 2022
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=234,bwbr0005416&artikel=234

Naar de bovenkant van de pagina