Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) dreef in de onderhavige jaren een advocatenkantoor. Aan hem stonden personenauto’s ter beschikking die behoorden tot het vermogen van de onderneming. X heeft deze auto’s mede voor privédoeleinden gebruikt.

Bij de berekening van navorderingsaanslagen IB/PVV over de jaren 2012 en 2013 heeft de Inspecteur ter zake van dat privégebruik een onttrekking in aanmerking genomen die is vastgesteld op 25% van de cataloguswaarde van de desbetreffende auto’s.

Hof Den Bosch heeft geoordeeld dat deze correcties terecht zijn aangebracht. Het is daarbij ervan uitgegaan dat het forfaitair berekende bedrag van de onttrekking wegens gebruik voor privédoeleinden (25% van de cataloguswaarde) niet uitgaat boven de werkelijke autokosten in die jaren.

Daartoe heeft het Hof onder meer geoordeeld dat een eventueel op een personenauto gerealiseerd verkoopverlies of een (in verband met een waardedaling) op de boekwaarde van de personenauto afgeboekt bedrag, in dit verband behoort tot de in aanmerking te nemen werkelijke autokosten.

Een van de klachten in cassatie van X is gericht tegen het oordeel van het Hof dat de verkoopverliezen behoren tot de in aanmerking te nemen werkelijke autokosten.

Deze klacht slaagt. Volgens de Hoge Raad heeft het Hof zich gebaseerd op een onjuiste rechtsopvatting door ervan uit te gaan dat voor X een eventueel op een personenauto gerealiseerd verkoopverlies, naast het ter zake van die auto als afschrijving in aanmerking genomen bedrag, behoort tot de werkelijke autokosten. De stukken van het geding laten geen andere slotsom toe dan dat de aan X ter beschikking staande auto’s niet behoorden tot een voorraad van zijn onderneming, zodat moet worden aangenomen dat de daarop gerealiseerde boekverliezen in dit verband niet tot de werkelijke kosten kunnen worden gerekend.

De zaak is verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden voor een nader onderzoek naar de werkelijke autokosten.

Aan X komt voorts een vergoeding van immateriële schade toe van € 500.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2012-2014
Instantie
HR
Datum instantie
18 augustus 2023
Rolnummer
21/02656
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1103
Auteur(s)
drs. L.M.J. Arets
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2023/1913
Aflevering
31 augustus 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5946
bwbr0011353&artikel=3.20,bwbr0011353&artikel=3.20&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.20

Naar de bovenkant van de pagina