Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Het kabinet heeft geen idee van de omvang van de vergoedingen en verstrekkingen onder de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Het wordt simpelweg niet geregistreerd. Slechts de eventueel afgedragen eindheffing (boven de vrije ruimte) komt na lang speuren in aangiftes enigszins in beeld. Toen tijdens de coronacrisisjaren het percentage van de vrije ruimte eenmalig werd verhoogd, hebben de rekenmeesters zich ook maar niet aan een berekening gewaagd. De budgettaire derving werd op een mooi rond bedrag ‘geprikt’. Zo staat het ook eerlijk in de toelichting: ‘geprikt’. Nou, dan weten we het wel.

Van een batterij aan fiscale regelingen is grofweg bekend wat de budgettaire derving is, maar de werkkostenregeling is na de introductie in 2011 (en verplicht voor alle werkgevers sinds 2015) verstopt in de boekhouding van het rijk. De regeling is niet te vinden. Het is daarmee een smoezelige regeling geworden die ook nog eens gebruikt wordt voor smoezelige zaken.

Een voorbeeld uit de oude doos: veel Kamerleden ontvangen naast hun schadeloosstelling een veel te hoge onbelaste vergoeding dan onder de regels van de werkkostenregeling is toegestaan. Sinds 2019 besteed ik hier bij herhaling aandacht aan, en ik blijf dat ook lekker doen. De Kamerorganisatie draagt naar eigen zeggen weliswaar voldoende belasting af (eindheffing), maar dat wil nog niet zeggen dat de fiscale regelgeving richting individuele (pseudo)werknemers correct is toegepast. De Belastingdienst staat erbij, kijkt ernaar en plast vrolijk in de rondte. Dat de Belastingdienst ook taken voor de Kamerorganisatie uitvoert – vaststelling van de korting op de schadeloosstelling als gevolg van neveninkomsten – zal ongetwijfeld debet zijn aan deze weifelende houding.

Een recenter voorbeeld: de fraude met de zorgbonus, waarover al in deze rubriek is bericht (zie NLF-P 2022/13). Antwoorden op Kamervragen geven een ontluisterend inkijkje in het ‘kabinetsdenken’ over deze fiscale fraude (naast de niet-fiscale malversaties bij de bonusverstrekking). Er is duidelijk gerommeld met de toepassing van de werkkostenregeling en de af te dragen eindheffing. Het kabinet geeft dat ook ruiterlijk toe en komt met enkele daadwerkelijke praktijkvoorbeelden: de zorgbonus onterecht niet aanmerken als eindheffingsbestanddeel, minder eindheffing afdragen dan vereist of zelfs helemaal geen eindheffing afdragen.

Bij een steekproef onder 175 bonusverstrekkers is het in 30% van de gevallen niet goed gegaan (eerder was dat percentage nog 35%, maar de resultaten van de steekproef zijn later kennelijk nog bijgesteld). Ik vind het nog steeds een schrikbarend foutenfestijn. Het kabinet daarentegen niet. Zij vergoelijkt de bonusverstrekking en wil eigenlijk niets weten van fraude.

Vooralsnog hebben alleen relatief kleine werkgevers hun verantwoording over de zorgbonus ingediend. De grote jongens met subsidies boven de € 125.000 moeten dus nog komen. Ik zou een streng actieplan verwachten. Maar niets daarvan. Sterker, geloof het of niet, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft eind 2021 voor de grote jongens de eisen versoepeld om ‘de administratieve lasten te verminderen voor de zorginstellingen die door corona onder druk stonden’. Eerst was nog een accountantsverklaring vereist voor de zorgbonussubsidie, maar die eis is ingetrokken. Het ministerie gaat in plaats daarvan zelf controles uitvoeren. Over de uitwerking van die controles is overigens nog maar bar weinig bekend, zo ziet ook een bezorgde Algemene Rekenkamer.

De zorgbonusfraude gaat wat VWS betreft dus onder het Haagse tapijt. Maar de Belastingdienst komt toch wel in actie? De fraudesignalen en het lankmoedige controlebeleid op de subsidieverstrekking moeten fiscale handhavers in de benen brengen. Of zou de werkkostenregeling het nieuwe Vinkenslag zijn?

Volgend jaar staat een evaluatie van de werkkostenregeling gepland. Het lijkt mij goed dat ook de handhaving daarbij uitvoerig aan bod komt. De werkkostenregeling is geen verkeerde regeling, alleen de overheid maakt er een smoezelige regeling van.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2022/20
Publicatiedatum
30 mei 2022

Naar de bovenkant van de pagina