Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende; een woningstichting) is eigenaar van enkele duizenden verhuurde woningen en appartementen in de gemeente Steenwijkerland. De Heffingsambtenaar heeft aan X, als genothebbende krachtens eigendom van deze onroerende zaken, aanslagen in de rioolheffing voor de belastingjaren 2013, 2014 en 2015 opgelegd voor het eigenarendeel.

X stelt dat de Verordeningen rioolheffing onverbindend zijn wegens overschrijding van de opbrengstlimiet. Rechtbank Overijssel heeft de Verordeningen onverbindend verklaard, omdat de Heffingsambtenaar gerezen twijfel over de raming van de lasten ter zake van de rioolheffing niet heeft kunnen wegnemen. Die twijfel betreft voornamelijk diverse categorieën van baggerkosten en oeveronderhoud van sloten.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft het hoger beroep van de Heffingsambtenaar gegrond verklaard. Het heeft weliswaar geoordeeld dat een bedrag van € 50.000 voor veegkosten uit de lasten moet worden geëlimineerd, maar doordat de gemeente alsnog (compensabele) btw aan de lasten ter zake van de rioolheffing mag toerekenen, hoewel dat in de oorspronkelijke ramingen niet was gebeurd, is de opbrengstlimiet niet overschreden.

X heeft tegen dit oordeel cassatieberoep ingesteld. A-G IJzerman geeft de Hoge Raad in overweging om het cassatieberoep gegrond te verklaren. Het oordeel van het Hof is onvoldoende gemotiveerd.

De toets aan de opbrengstnorm blijft tot jurisprudentie leiden. Deze opbrengstnorm (‘de geraamde baten mogen de geraamde lasten ter zake niet overtreffen’) geldt voor rechten, maar gelijkelijk ook voor bestemmingsheffingen zoals de afvalstoffenheffing, de baatbelasting en – zoals in deze zaak – de rioolheffing, zo oordeelt A-G IJzerman met verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 23 mei 2014 over de afvalstoffenheffing en naar de conclusie bij het arrest van 17 februari 2017. De inhoud en intensiteit van toetsing aan de opbrengstnorm is voor alle heffingen dezelfde volgens de A-G. Dit is een belangrijk principieel punt, waarvan het prettig zou zijn als de Hoge Raad er een overweging aan wijdt.

Taak en toerekenbare kosten

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2013-2015
Instantie
A-G
Datum instantie
20 december 2018
Rolnummer
18/01310
ECLI
ECLI:NL:PHR:2018:1419
Auteur(s)
mr. A.P. Monsma
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2019/0371
Aflevering
14 februari 2019
Judoregnummer
JCDI:NFB2272
bwbr0005416&artikel=228a,bwbr0005416&artikel=228a

Naar de bovenkant van de pagina