Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) was in de onderhavige jaren 2013 tot en met 2017 de moedermaatschappij van een fiscale eenheid waarvan onder meer A (bv) deel uitmaakte. De aandelen in X werden (onder meer) gehouden door B Sarl. Alle aandelen in B werden indirect gehouden door C Sarl. Alle aandelen in C werden uiteindelijk gehouden door D, gevestigd in het buitenland.

X heeft in het verleden kredietfaciliteiten opgenomen bij B en C. Het betrof financieringen waarbij X tot een vooraf overeengekomen maximumbedrag middelen kon opnemen (faciliteiten). Daarbij was X zowel rente als ‘commitment fees’ verschuldigd. De commitment fees werden berekend over het maximumbedrag van de faciliteit. De rente en de commitment fees werden schuldig gebleven. De aan B respectievelijk C te betalen rente werd berekend door de commitment fees in mindering te brengen op de over het opgenomen bedrag verschuldigde rente, waarbij rente verschuldigd was over het opgenomen bedrag, de na de vervaldag schuldig gebleven commitment fees en de na de vervaldag schuldig gebleven rente. X heeft in haar aangiften zowel de rente als de commitment fees ten laste van de fiscale winst gebracht.

De Inspecteur heeft de aangiften (deels middels navorderingsaanslagen) gecorrigeerd.

Hij stelt zich (kort gezegd) op het standpunt dat de commitment fees en rente niet zakelijk waren. De commitment fees (en de rentekosten daarover) en de rentekosten zijn op grond van artikel 8 Wet VpB 1969 jo. artikel 3.8 Wet IB 2001 en artikel 8b Wet VpB 1969 (deels) niet aftrekbaar en zijn daarom gecorrigeerd. Hij staat een renteaftrek toe van een percentage dat is gebaseerd op leningen verstrekt aan D. Verder stelt de Inspecteur dat de bewijslast dient te worden omgekeerd en verzwaard wegens het niet doen van de vereiste aangifte, dat geen sprake is van schending van het vertrouwensbeginsel, maar wel van fraus legis met betrekking tot (onder andere) de commitment fees.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van X deels gegrond. Dit betekent het volgende:

  • De door de Inspecteur aangebrachte correctie commitment fees, begrepen in de navorderingsaanslagen 2012/2013 en 2013/2014, wordt deels ongedaan gemaakt.
  • De overige correcties met betrekking tot de commitment fees blijven in stand.
  • X heeft over de onderhavige jaren recht op een renteaftrek, berekend naar de contractueel afgesproken verschuldigde rente over de daadwerkelijk geleende bedragen.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2013 t/m 2017
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
14 juli 2023
Rolnummer
21/4016; 21/4422; 21/4423; 21/4424; 21/4425
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2023:12061
NLF-nummer
NLF 2023/2153
Aflevering
28 september 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5987
bwbr0002672&artikel=8,bwbr0002672&artikel=8,bwbr0002672&artikel=8b,bwbr0002672&artikel=8b,bwbr0011353&artikel=3.8,bwbr0011353&artikel=3.8

Naar de bovenkant van de pagina