Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft voor een auto in de aangifte de verschuldigde BPM vastgesteld met behulp van de taxatiemethode. Nadat door DRZ is geconstateerd dat de auto niet meer dan normale gebruiksschade vertoonde, is een naheffingsaanslag BPM van € 10.472 opgelegd. De Inspecteur is voor de vaststelling van de handelsinkoopwaarde uitgegaan van de XRAY-koerslijst.

X stelt dat de handelsinkoopwaarde van de auto, zoals vermeld in de koerslijst, dient te worden verminderd met € 4.000 vanwege het schadeverleden van de auto.

Hof Amsterdam verwerpt dit standpunt. Artikel 10, lid 7, Wet BPM biedt geen ruimte voor correcties op de handelsinkoopwaarde die is vermeld in een koerslijst indien de desbetreffende koerslijst niet in die correcties voorziet (vgl. HR 2 februari 2024, 22/00653, ECLI:NL:HR:2024:147, NLF 2024/0381, met noot van Elbert, r.o. 3.3.2).

X betoogt terecht dat bij de vaststelling van de BPM die verschuldigd was op het moment van ingebruikname, dient te worden uitgegaan van de daadwerkelijke CO2-uitstoot van het te registreren motorvoertuig. Gelet hierop is niet langer in geschil dat de historische nieuwprijs € 128.281 bedraagt. Zoals door X met juistheid is gesteld, dient de naheffingsaanslag dan te worden verminderd tot € 9.893.

De Inspecteur heeft zich in zijn pleitnota in hoger beroep nog tevergeefs op het standpunt gesteld dat een hogere CO2-uitstoot niet alleen leidt tot een hogere historische nieuwprijs, maar ook tot een hogere handelsinkoopwaarde in gebruikte staat, waardoor de hogere historische nieuwprijs per saldo niet leidt tot een hogere afschrijving.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
30 april 2024
Rolnummer
21/00230
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:1282
NLF-nummer
NLF 2024/1224
Aflevering
21 mei 2024
bwbr0005806&artikel=10&lid=7,bwbr0005806&artikel=10&lid=7

Naar de bovenkant van de pagina