Direct naar content gaan

Samenvatting

Deze zaak ziet op beschikkingen inzake belastingrente die in rekening is gebracht ter zake van voorlopige aanslagen vpb 2015 en 2016. Het geschil betreft, net als in de zaak die heeft geleid tot het arrest van de Hoge Raad van 18 november 2022 (21/00170, ECLI:NL:HR:2022:1673, NLF 2022/2337, met noot van Hageman), in het bijzonder de belastingrente die aan X (bv; belanghebbende) in rekening is gebracht over een periode waarin de Belastingdienst vanwege de betaling van eerdere voorlopige aanslagen al beschikte over het desbetreffende te betalen belastingbedrag.

Rechtbank Noord-Holland heeft de vraag of de Inspecteur over die periode terecht belastingrente in rekening heeft gebracht, bevestigend beantwoord.

De Hoge Raad verklaart het door X tegen dit oordeel ingediend cassatieberoep gegrond door te verwijzen naar r.o. 3.2 tot en met 3.3.4 van het hiervoor genoemde arrest. De zaak is verwezen naar Hof Amsterdam.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2015-2016
Instantie
HR
Datum instantie
16 december 2022
Rolnummer
20/04379
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1869
NLF-nummer
NLF 2022/2531
Aflevering
22 december 2022
bwbr0002320&artikel=30fb,bwbr0002320&artikel=30fb

Naar de bovenkant van de pagina