Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft leningen verstrekt aan haar minderheidsaandeelhouders. De leningen zijn in 2015 oninbaar gebleken en X heeft een afwaarderingsverlies op de leningen in aanmerking genomen. De Inspecteur heeft het verlies over 2015 herzien, omdat hij van mening is dat de leningen onzakelijk waren en niet ten laste van de winst konden worden afgewaardeerd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beoordeelt of de Inspecteur terecht het verlies heeft herzien en heeft vastgesteld op € 335.009.

De Rechtbank is van oordeel dat sprake is van een nieuw feit op grond waarvan de Inspecteur de herzieningsbeschikking kon vaststellen. Hij heeft ook niet het vertrouwen gewekt dat hij het verlies niet zou herzien.

De Inspecteur heeft op de zitting nader gesteld dat de afwaardering van een lening valt onder het bereik van artikel 13, lid 6, Wet VpB 1969. Een dergelijk geval doet zich volgens de Rechtbank echter niet voor.

Een aantal van de door X verstrekte leningen is zakelijk en een aantal is onzakelijk. De onzakelijke leningen kunnen niet ten laste van de winst worden afgewaardeerd.

Omdat de afwaarderingen niet zijn uitgesplitst per lening, ziet de Rechtbank aanleiding om het onderzoek te heropenen.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
1 september 2023
Rolnummer
22/2550
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:6007
Auteur(s)
W. Boei LLM
Deloitte / Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2024/0006
Aflevering
2 januari 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6157
bwbr0002672&artikel=8b,bwbr0002672&artikel=8b,bwbr0002672&artikel=13&lid=6,bwbr0002672&artikel=13&lid=6,bwbr0002672&artikel=20b,bwbr0002672&artikel=20b

Naar de bovenkant van de pagina