Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op 5 oktober jl. vond tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Haagse etablissement Nieuwspoort de uitreiking plaats van de Jaap van den Berge-Literatuurprijs. De winnaar was Hans Gribnau. Hieronder is de door Paul de Haan en Rens Pieterse opgestelde en door Paul namens de jury uitgesproken lofrede opgenomen.


In 2023 zal de prijs opnieuw worden uitgereikt. De winnaar van de 2023-prijs zal worden gekozen uit auteurs die de afgelopen twee jaar met name hebben gepubliceerd over het onderwerp fiscaal bestuursrecht. U kunt dit jaar proberen de jury te beïnvloeden! Is er een auteur die naar uw mening bij uitstek in aanmerking komt om de prijs in ontvangst te nemen, stuur dan een mail met naam van de beoogde winnaar en een korte motivering naar de juryvoorzitter: vanhorzen.fred@kpmg.com.

Opinie

Dames en heren,

Van harte welkom op de feestelijke bijeenkomst waar wij de Jaap van den Berge-Literatuurprijs 2021 in fysieke zin uitreiken aan de winnaar ervan, Hans Gribnau. Hans Gribnau is unaniem verkozen door een jury onder bezielend leiderschap van Fred van Horzen die inmiddels net doet of hij gepensioneerd is. Voor de preciezen onder ons: het jaar 2022 gaan we overslaan; we beschouwen 2022 als een tussenjaar.

Hans Gribnau is hoogleraar in Tilburg, en tot voor kort Leiden (waarover later meer of misschien moet ik zeggen waarover later minder). In zijn enorme aantallen publicaties en bezigheden, valt het bereik qua breedte en diepgang op. Wat ook opvalt, is dat Hans Gribnau de fiscale techniek nooit laat domineren. Hij geeft de techniek de plaats die het toekomt, namelijk in de marge. Het is altijd zijn strijd om rechtvaardigheid die de boventoon voert. Hans schuwt daarbij niet filosofen, economen, sociologen en zelfs romanschrijvers in te schakelen. Zijn belezenheid is enorm.

Een prachtig voorbeeld van die eruditie is Hans Gribnau’s beschouwing over 200 jaar Belastingwetenschap in de bundel 200 jaar Rijksbelastingen (onder redactie van Henk Vording). Over rechtvaardigheid haalt Gribnau de grote Hofstra aan:

‘Maar even zwaar, ja zwaarder, telt de eis van een rechtvaardige belastingheffing: want als gerechtigdheid wordt weggenomen, wat is dan, naar het woord van Augustinus, de Staat anders dan een rover in het groot?’

De beroemde Ierse dichter Yeats schreef aan het einde van de Eerste Wereldoorlog een (hoe kan het ook anders) apocalyptisch gedicht, The Second Coming. Het gedicht wordt – zo vlak voor het uitbreken van de Derde Wereldoorlog – de laatste jaren regelmatig geciteerd. Het begint als volgt:

‘Things fall apart; the centre cannot hold;
(…)
The best lack all conviction, while the worst
Are full of passionate intensity.’

The best lack all conviction – maar niet onze laureaat Hans Gribnau denk ik dan. Hans Gribnau strijdt vol overtuiging tegen vluchtigheid en middelmaat en daar heb je meer dan een dagtaak aan.

Van Rens Pieterse met wie ik deze feestrede heb voorbereid hoorde ik dat in de recente BNB u nu ook hoerenkast als zoekterm kunt gebruiken. Er is namelijk een fiscaal gemachtigde – laten we hem X of querulant noemen maar hij heet Verhoeven – die de belastingkamer van de Hoge Raad bij voorkeur aanspreekt met ‘uw hoerenkast’. Dat ‘uw’ valt me dan wel weer op. Wattel heeft het in zijn conclusie in BNB 2020/21 waar het over dezelfde gemachtigde gaat, niet over het gevloek en getier van gemachtigde maar over diens idiosyncratische preoccupaties. De Hoge Raad zegt niets van de aanspreektitel ‘Hoerenkast’ en neemt een beslissing alsof er niets gebeurd is. Eerder heeft Felix Peppelenbosch in NLF Opinie 2019/39 daar al zijn verbazing over uitgesproken.

Wat zou Hans daarvan zeggen, denk ik dan? Zou hij een betoog houden over de wisselwerking en asymmetrie van rechtsbetrekkingen? Zou hij het door hem in zijn proefschrift geïntroduceerde geometrische begrip correlativiteit uitwerken? Of zou hij de gemachtigde de mantel uitvegen? Of zou hij gemachtigde en de Hoge Raad de mantel uitvegen? Waarom laat een gezaghebbend instituut zich voor hoerenkast uitmaken en waarom mist de gemachtigde het vereiste minimum respect voor de hoogste rechter? Ik denk dat Hans dit niet bedoeld heeft met zijn pleidooien voor meer burgerperspectief. Fatsoen en wederkerigheid zijn namelijk weer andere belangrijke steekwoorden in het Gribnau-glossarium.

De zojuist overleden Hilary Mantel beschrijft in een stuk over Robespierre de zelfingenomen en zelfgenoegzame houding van de aanhangers van de liberale traditie. Mantel schrijft: ‘we are ironical, comfortable, self-absorbed and fatally smug. We think justice has been done; good enough justice, anyway – and we hope that charity will fill the gaps’.

Dat alles is niet van toepassing op Hans Gribnau. In de Giele-lezing uit 2007 legt Hans Gribnau het fundament van zijn werk vast rondom drie essentiële begrippen: belastingrechtvaardigheid, strijd en wederkerigheid. Ik citeer uit zijn lezing:

‘Ik betoog dat, hoewel strijd veelal een negatieve connotatie heeft, de strijd om belastingrechtvaardigheid zeker ook positieve kanten heeft. Ja, die strijd is zelfs noodzakelijk, maar dient met open vizier uitgevochten te worden. Wat rechtvaardig is, kan alleen maar bepaald worden door discussie en debat. Niemand heeft immers de waarheid in pacht.’

Voor een vredelievend man als Hans Gribnau heeft hij het overigens verrassend vaak over strijd, oorlog en macht. Twee weken geleden kreeg ik nog een artikel van hem uit de Frankfurter Allgemeine met als titel: de eeuwige strijd om de belastingen. En dan in het Duits, zult u begrijpen.

In een ander recent artikel over dit thema flaneert Gribnau superieur langs de Brabantse inkomst uit de 14e eeuw via Alva, Hobbes, Lodewijk XIV naar de Groot-Slavische gedachte en geschiedvervalsing van Poetin de Grote. Typerend voor Hans Gribnau sluit hij af met de schrijfster Pat Barker die in Regeneration en andere boeken als geen ander het gruwelijke oorlogsleed van de gewone man en vrouw beschreven heeft en die het viriele oorlogsrelaas – de Ilias van Homeros – herschreef vanuit het perspectief van een tot slaaf gemaakte koningin.

Een ander trefwoord dat zeer van toepassing is op Hans Gribnau: responsiviteit in het publieke debat. Onvermoeibaar gaat hij een discussie aan over vrijwillige belastingen en de staat als kleptocraat in Duitsland aangezwengeld door Peter Sloterdijk of redigeert hij een veelkleurige essaybundel van het ministerie van Financiën over tax governance, maatschappelijke verantwoordelijkheid en ethiek.

Of hij geeft acte de présence op een vergadering van de Vereniging van Hoger Financiën personeel en zweept met mede-profeet Leo Stevens het gezagsgetrouwe publiek op tot quasi-revolutionaire hoogten.

Of hij beoordeelt fiscale jaarverslagen binnen het kader van duurzaam beleggen en de Transparant Prijs (VDBO) of geeft een interview in het blad Register en stelt over belastingadviseurs dat de techniek van adviseren in orde moet zijn, maar dat altijd een reflectiemoment moet worden ingebouwd. Vraag jezelf af, zegt Gribnau, of dat wat de klant wil, ethisch verantwoord is.

In het genoemde interview met Register legt Hans Gribnau tevens uit waarom hij de Jaap van den Berge-penning heeft gekregen. De jury was op zoek naar een publicist die met zijn bijdragen ervoor kan zorgen dat partijen hun loopgraven verlaten en gezamenlijk op weg gaan naar fiscale rechtvaardigheid. En zo is het maar net!

Afrondend is Hans Gribnau voor alles ook nog eens een aardige man met een bijzonder zwak voor Feyenoord en Feyenoord-supporters. Ik ben dan ook vastbesloten om bij een volgend kampioenschap van Feyenoord – en dat is al heel gauw – met Hans Gribnau licht beneveld in de Rotterdamse Hofpleinvijver te belanden.

Ik kan nog melden dat Hans erin heeft toegestemd gast te zijn van Anna Gunn en mij in onze podcast Fiscale Fragmenten. De eerste aflevering met Jesse Frederik hebben wij inmiddels op ons YouTube-kanaal fiscale fragmenten gepubliceerd.

Tot slot – ik zou nog terugkomen op Leiden. Het is kennelijk zo dat zelfs een notoire éénpetter als Hans niet meer veilig is in Leiden; de stad waar de wiskundige Tatiana Afanassjewa lang heeft gewoond met haar man, de natuurkundige Paul Ehrenfest. Diezelfde Tatiana legde aan hun wereldberoemde vriend Einstein uit dat Leiden een heel rustige stad was: nergens, zei ze, heeft de overgang van het leven naar de dood zo ongemerkt plaats als in Leiden. Einstein besloot toen naar Princeton te gaan.

Dus sluit ik af met de vaststelling dat Hans Gribnau een profeet is die – met uitzondering van Leiden – in eigen land volop geëerd wordt. De penning geeft hiervan blijk. Hans, namens de jury van harte gefeliciteerd.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Auteur(s)
Paul de Haan
De Haan advies
NLF-nummer
NLF Opinie 2022/34
Judoreg
NFB5367
Publicatiedatum
2 december 2022

Naar de bovenkant van de pagina