Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Bene Factum (Litouwen) vervaardigt cosmetische en andere producten voor persoonlijke verzorging en brengt deze in de handel. Zij importeerde voor handelsdoeleinden mondwater en cosmetische alcohol. Zij kocht die producten van een in Polen gevestigde vennootschap, die uitsluitend voor haar produceerde. Bene Factum deed geen aangifte van de invoer van de producten in Litouwen en betaalde geen accijnzen voor de gedenatureerde ethylalcohol die zich in de producten bevond.

De betreffende producten worden door verschillende groot- en detailhandelsondernemingen vanwege een roesopwekkende werking verhandeld als alcoholhoudende dranken. Volgens de Litouwse belastingdienst zijn de producten aldus bestemd om door mensen te worden geconsumeerd als alcoholhoudende dranken, zodat de ethylalcohol in die producten aan accijns is onderworpen.

In het kader van een geding hierover heeft de hoogste bestuursrechter van Litouwen prejudiciële vragen gesteld over de toepassing van de vrijstelling van accijns voor (gedeeltelijk) gedenatureerde alcohol.

Het HvJ oordeelt dat deze vrijstelling van toepassing is op overeenkomstig de voorschriften van een lidstaat gedenatureerde ethylalcohol in cosmetica of producten voor mondhygiëne die, hoewel zij als zodanig niet daarvoor zijn bestemd, door bepaalde personen niettemin als alcoholhoudende drank worden geconsumeerd. Hierbij is niet van belang dat de persoon, die deze producten uit een lidstaat invoert om ze in de lidstaat van bestemming door andere personen te doen distribueren aan eindverbruikers en hij ermee bekend is dat de betrokken producten ook worden geconsumeerd als alcoholhoudende drank, die producten juist laat vervaardigen en etiketteren met de bedoeling om er zo veel mogelijk van te verkopen.

Conform Conclusie A-G Campos Sánchez-Bordona (NLF 2018/2676, met noot van Wolkers).

Situatie

Bene Factum, dat in Litouwen is gevestigd, liet in Polen door een derde partij cosmetica en mondwater produceren. Zij liet daarbij onder andere het merk ‘BF cosmetics’ aanbrengen en de alcohol in deze producten in overeenstemming met Poolse accijnswetgeving ongeschikt maken voor menselijke consumptie door het toevoegen van de giftige stof isopropylalcohol. Vervolgens bracht zij de producten over naar Litouwen, waar zij haar producten verkocht aan verschillende lokale ondernemers, waaronder ondernemers die kiosken exploiteren. Bene Factum betaalde geen accijns over de alcohol die zich in de producten bevond, aangezien zij van mening was dat een Litouwse accijnsvrijstelling van toepassing was. De Litouwse belastingdienst kwam hier na een fiscale controle achter en heeft Bene Factum gelast alsnog de accijns en de daarmee samenhangende bedragen te betalen.

Achtergrond

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
2009-2014
Instantie
HvJ
Datum instantie
28 februari 2019
Rolnummer
C‑567/17
ECLI
ECLI:EU:C:2019:158
Auteur(s)
drs. R.R. Ramautarsing
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2019/0675
Aflevering
21 maart 2019
Judoregnummer
JCDI:NFB2365

Naar de bovenkant van de pagina