Samenvatting
De staatssecretaris heeft cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden van 16 augustus 2022 (21/00155 en 21/00156, ECLI:NL:GHARL:2022:7191, NLF 2022/1686) betreffende de aan X over de jaren 2015 en 2016 opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV en de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente. X is overleden in 2018.
Na intrekking door de staatssecretaris van het cassatieberoep hebben de erven de Hoge Raad verzocht de staatssecretaris te veroordelen in de kosten in verband met de behandeling van het beroep in cassatie.
De staatssecretaris heeft in het verweerschrift laten weten dat de erven in aanmerking komen voor forfaitaire vergoeding van de proceskosten.
De Hoge Raad veroordeelt de staatssecretaris in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de erven, vastgesteld op € 1.674 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.