Direct naar content gaan

Samenvatting

De gemeente Krimpen aan den IJssel (X; belanghebbende) exploiteert twee gemeentelijke begraafplaatsen. Zij verricht werkzaamheden met betrekking tot de aanleg, het onderhoud en de uitbreiding van beide begraafplaatsen. Ook is zij belast met de uitgifte van grafrechten voor deze begraafplaatsen.

Met het oog op de aanleg, het onderhoud, de uitbreiding en de inrichting van de beide gemeentelijke begraafplaatsen neemt X goederen en diensten af waarvoor haar omzetbelasting in rekening wordt gebracht. Ter financiering van deze omzetbelasting voor het jaar 2007 heeft X met succes een beroep gedaan op het Btw-compensatiefonds (BCF).

Hof Den Haag heeft geoordeeld dat X de begraafplaatsen exploiteert als overheid, zodat de in rekening gebrachte omzetbelasting compensabel is. De staatssecretaris heeft tegen dit oordeel cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dit gegrond.

Het Hof heeft kennelijk tot uitgangspunt genomen dat de in artikel 33 Wet op de lijkbezorging (Wlb) aan gemeenten opgelegde opdracht om ten minste één gemeentelijke begraafplaats te hebben, de verplichting omvat grafruimten ter beschikking te stellen voor het doen begraven en begraven houden van overledenen. Dat uitgangspunt is juist.

Aan zijn overweging ‘gelet op de haar door of krachtens de nationale formele wetgever in dat verband opgedragen taken en gestelde verplichtingen en de voor en bij de uitvoering in acht te nemen publiekrechtelijke regels’ heeft het Hof kennelijk de opvatting ten grondslag gelegd dat gemeenten gebruikmaken van overheidsbevoegdheden wanneer zij grafrechten uitgeven tegen een vergoeding. Die opvatting is onjuist.

De Wlb voorziet erin dat ook kerkgenootschappen dan wel privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen op bijzondere begraafplaatsen grafrechten kunnen verlenen zoals een gemeente dat op een gemeentelijke begraafplaats doet. De Wlb biedt daarom geen steun voor de opvatting dat gemeenten voor het uitgeven van grafrechten op een gemeentelijke begraafplaats overheidsbevoegdheden nodig hebben. Kerkgenootschappen dan wel privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen kunnen op bijzondere begraafplaatsen dezelfde prestaties verrichten als gemeenten op gemeentelijke begraafplaatsen.

De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Amsterdam.

Anders Conclusie A-G Ettema (NLF 2019/0785, met noot van Gelderblom).

Het heeft even geduurd, maar nadat de gemeente in een eerste procedure over dezelfde materie over een onoverkomelijke formele hobbel struikelde, heeft zij nu eindelijk een uitspraak van onze hoogste rechtsinstantie over de omzetbelastingduiding van de uitgifte van grafrechten. Het eindresultaat zal de gemeente niet tot blijdschap stemmen, maar voor de btw-praktijk als geheel is dit arrest een waardevolle concretisering van het even oude als abstracte concept ‘handelen als overheid’, dat maakt dat publiekrechtelijke lichamen voor sommige van hun activiteiten – hoewel die strikt genomen wel economisch van aard zijn – toch niet in de hoedanigheid van belastingplichtige optreden.

Lang verleden

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
HR
Datum instantie
19 juni 2020
Rolnummer
18/01712
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:1070
Auteur(s)
dr. B. Willemsen LLM
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2020/1449
Aflevering
25 juni 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3527
bwbr0002629&artikel=5a,bwbr0002629&artikel=7&lid=3,bwbr0002629&artikel=7&lid=3,bwbr0002672&artikel=8e&lid=1,bwbr0002672&artikel=8e&lid=1,bwbr0002672&artikel=8f&lid=1,bwbr0002672&artikel=8f&lid=1,bwbr0002629&artikel=5a

Naar de bovenkant van de pagina