Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) is de rechtsopvolger van A SA. A is opgericht op 20 oktober 1998 en in 2014 gevestigd in Luxemburg.

In 2014 worden de aandelen in A gehouden door SPF 1, gevestigd in Luxemburg, en worden de aandelen in SPF 1 gehouden door Z, woonachtig in België. A hield in 2014 op haar beurt alle aandelen in (onder meer) bv 1 en bv 2, beide gevestigd in Nederland. Op 6 mei 2014 heeft bv 1 besloten tot een dividenduitkering aan A van € 19.000.000, als onderdeel van een aantal rechtshandelingen ter verbetering van de solvabiliteit van bv 2.

A heeft voor het jaar 2014 geen aangifte vpb ingediend. A is daartoe ook niet uitgenodigd. Er is geen definitieve aanslag opgelegd aan A.

De Inspecteur heeft aan A een navorderingsaanslag vpb 2014 opgelegd naar een belastbare winst van € 19.000.000. Hij heeft de dividenduitkering in aanmerking genomen als belastbaar inkomen uit een aanmerkelijk belang op grond van artikel 17, lid 3, aanhef en onderdeel b, Wet VpB 1969.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht aannemelijk dat A voor het eerst bij de Inspecteur in beeld is gekomen als mogelijk buitenlands belastingplichtige voor de vpb naar aanleiding van het verzoek om vooroverleg inzake de remigratie van de aandeelhouder. Volgens de Rechtbank beschikt de Inspecteur over een nieuw feit op grond waarvan de navorderingsaanslag kan worden opgelegd. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet.

De navorderingsaanslag wordt niettemin vernietigd.

X is erin geslaagd feiten en omstandigheden te stellen en aannemelijk te maken waarmee zij het bewijsvermoeden dat sprake is van een volstrekt kunstmatige constructie heeft ontzenuwd. Er hebben reële niet-fiscale motieven mede ten grondslag gelegen aan de vormgeving van de structuur. Daarnaast is de structuur in de periode waarin deze is opgericht en onder de toen geldende wet- en regelgeving een gebruikelijke holdingstructuur, die reeds langere tijd bestaat.

De dividenduitkering is niet bij X belastbaar op grond van artikel 17, lid 3, aanhef en onderdeel b, Wet VpB 1969.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
18 januari 2024
Rolnummer
23/1332
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:214
NLF-nummer
NLF 2024/0403
Aflevering
13 februari 2024
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002672&artikel=17&lid=3,bwbr0002672&artikel=17&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina