Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) stelt in deze procedure (IB/PVV 2015) dat de heffing van belasting over een forfaitair bepaald belastbaar inkomen uit sparen en beleggen onrechtmatig is.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep tegen de uitspraak van Hof Den Haag met toepassing van artikel 81 Wet RO ongegrond. Hij verwijst hierbij naar de arresten van de Hoge Raad van 14 juni 2019 (ECLI:NL:HR:2019:816 en ECLI:NL:HR:2019:817, NLF 2019/1464, met noot van Dusarduijn).

Gemankeerde taal

Artikel 81 Wet RO-arresten, vluchtig als ze zijn, krijgen doorgaans weinig aandacht. Dat lijkt logisch: een dergelijk arrest stuurt de belanghebbende al bij de poort naar huis, onverrichterzake. Over zoā€™n oordeel valt net zo weinig te zeggen als de woorden die de Hoge Raad daaraan besteedt. In deze zaak over de vermogensrendementsheffing in het jaar 2015 is het oordeel als volgt verwoord:

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
HR
Datum instantie
12 juli 2019
Rolnummer
18/04360
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1179
Auteur(s)
mr. dr. S.M.H. Dusarduijn RB
Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2019/1669
Aflevering
25 juli 2019
Judoregnummer
JCDI:NFB2618
bwbr-eerste&artikel=1,bwbr-eerste&artikel=1,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2

Naar de bovenkant van de pagina