Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Y (bv) heeft op 12, 13 en 14 oktober 2015 in naam en voor rekening van X (belanghebbende) in totaal negen aangiften voor het brengen in het vrije verkeer gedaan van – kort gezegd – zonnepanelen met land van oorsprong en land van verzending Volksrepubliek China. Aan X zijn in verband hiermee utb’s uitgereikt voor antidumpingrecht en compenserend recht.

Op 24 november 2015 heeft Y namens X een verzoek om terugbetaling ingediend voor antidumpingrecht en compenserend recht, omdat in de aangiften die ten grondslag liggen aan de utb’s abusievelijk geen verwijzing naar bescheidcode D017 was opgenomen, waardoor ten onrechte geen vrijstelling van antidumpingrecht en compenserend recht is toegepast. Het verzoek is afgewezen.

In geschil is of nog aanspraak kan worden gemaakt op vrijstelling van antidumpingrecht en compenserend recht indien een verbinteniscertificaat pas wordt overgelegd na het verstrijken van de daarop vermelde vervaldatum.

X herhaalt in hoger beroep haar door Rechtbank Noord-Holland verworpen stelling dat het verstrijken van de vervaldatum er niet aan in de weg staat dat de vrijstelling wordt toegepast. Hof Amsterdam geeft X geen gelijk. Naar het oordeel van het Hof ligt in de term ‘vervaldatum’ besloten dat door het verstrijken van de vermelde datum het verbinteniscertificaat zijn geldigheid verliest. Het Hof acht het niet voor redelijke twijfel vatbaar dat een ongeldig verbinteniscertificaat geen aanspraak (meer) verschaft op de vrijstelling.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
12, 13 en 14 oktober 2015
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
31 maart 2020
Rolnummer
19/00614
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:987
NLF-nummer
NLF 2020/0951
Aflevering
16 april 2020

Naar de bovenkant van de pagina