Direct naar content gaan

Samenvatting

Autohandelaar X (belanghebbende) heeft BPM-aangiften gedaan ter zake van twee ingevoerde personenauto’s. Bij de aangiften is een taxatierapport gevoegd waarin schades aan de auto’s zijn vermeld van € 6.200 respectievelijk € 9.900. De Inspecteur heeft met betrekking tot beide auto’s een ‘onderzoek waardebepaling’ door een medewerker van Domeinen Roerende Zaken (hierna: de DRZ) laten doen. Dit heeft geleid tot het opleggen van een naheffingsaanslag BPM ter hoogte van € 1.220 voor beide auto’s. Ook is bij beschikking een vergrijpboete van € 610 opgelegd.

X stelt onder meer dat de taxateur van de DRZ ondeskundig is en dat, naar Hof Arnhem-Leeuwarden begrijpt, de werkwijze van de DRZ onzorgvuldig is. Het Hof ziet echter geen reden om te twijfelen aan de deskundigheid van de taxateur van de DRZ. Verder is het Hof van oordeel dat de gestelde werkwijze van de DRZ niet leidt tot de conclusie dat geen dan wel minder waarde aan de rapporten van de DRZ kan worden gehecht. Ook de overige stellingen ten aanzien van de naheffingsaanslag worden verworpen. De naheffingsaanslag wordt alleen verminderd met € 41 vanwege een recente aanpassing van de koerslijst.

Van opzet acht het Hof geen sprake. X mocht afgaan op het taxatierapport met uitgebreide schadecalculatie van de door hem ingeschakelde deskundige, ook bezien in het licht van de eigen aankoopprijzen. De vergrijpboete wordt daarom vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
9 februari 2021
Rolnummer
20/00279; 20/00280
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:1242
NLF-nummer
NLF 2021/0514
Aflevering
4 maart 2021
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina