Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Tijdens een belastingcontrole is vastgesteld dat de opgaven voor de btw van het echtpaar Ispas niet correct waren. Zij ontvingen twee aanslagen voor betaling van de daarin vermelde bedragen aan btw. Volgens de heer en mevrouw Ispas zijn hun rechten van verdediging geschonden. Zij betogen bij de nationale rechter met name dat de belastingautoriteiten hen uit eigen beweging toegang hadden moeten verschaffen tot hun volledige dossier, met inbegrip van alle documenten die vóór de belastingcontrole werden verzameld.

In het kader van dit geding heeft de rechter in tweede aanleg van Roemenië (Curte de Apel Cluj) aan het Hof van Justitie (HvJ) een prejudiciële vraag voorgelegd.

Het HvJ oordeelt dat het algemene Unierechtelijke beginsel van eerbiediging van de rechten van de verdediging aldus moet worden uitgelegd dat particulieren in administratieve procedures voor de controle en de vaststelling van de maatstaf van heffing van de btw de mogelijkheid moeten hebben om op hun verzoek de informatie en documenten te ontvangen die zijn opgenomen in het administratieve dossier en die door de overheidsinstantie in aanmerking zijn genomen bij het nemen van haar besluit. Dit is anders indien een beperking van de toegang tot die informatie en documenten gerechtvaardigd is door doelstellingen van algemeen belang.

Conform Conclusie A-G Bobek.

Europees bestuursrecht

Het HvJ acht zich bevoegd op terreinen die niet op Europees niveau zijn geharmoniseerd. Daar bedoel ik mee dat het HvJ met een zekere regelmaat beslist over vraagstukken die niet zijn geregeld in het VWEU of in verordeningen, dan wel richtlijnen. Toch acht het HvJ zich bevoegd. Zo heeft het HvJ beslist over bijvoorbeeld forfaitaire proceskostenvergoedingen, rentevergoedingen, verjaringstermijnen,  en zelfs over de afwezigheid van gevangenisstraffen bij het plegen van btw-fraude.  Terreinen die niet in Europese regelgeving zijn geregeld. Het betreft veelal de formeelrechtelijke relatie tussen belastingdienst en belastingplichtige. Op deze wijze heeft zich in de jurisprudentie een Europees bestuursrecht ontwikkeld, dat in 2009 voor een deel terecht is gekomen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest).

In deze procedure speelt de vraag hoe ver de werking van het Unierecht gaat. De vraag is namelijk aan de orde of het recht op dossierinzage ook van toepassing is op nationale administratieve procedures die de lidstaten toepassen bij de inning van belasting die onder het Unierecht valt.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2007-2008
Instantie
HvJ
Datum instantie
9 november 2017
Rolnummer
C‑298/16
ECLI
ECLI:EU:C:2017:843
Auteur(s)
prof. dr. A.H. Bomer
Vrije Universiteit/Tilburg University/Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2017/2780
Aflevering
30 november 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB974

Naar de bovenkant van de pagina