Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een man heeft op 29 februari 1996 onder andere een woonerf in eigendom verkregen dat hij tot die datum pachtte. Een taxateur van de Belastingdienst heeft de waarde in verpachte staat van het woonerf op het moment van aankoop gesteld op fl. 23.424 en de waarde vrij te aanvaarden op fl. 29.280. Het verschil tussen deze bedragen vormt het pachtersvoordeel ad fl. 5.856.
In zijn aangifte voor het jaar 2000 heeft de man het pachtersvoordeel niet begrepen in zijn belastbaar inkomen. De Rechtbank oordeelde dat de man dit wel had moeten aangeven omdat pachtersvoordeel niet voort komt uit een onder de landbouwvrijstelling vallende waardeverandering.
Het Hof denkt daar anders over: de landbouwvrijstelling is van toepassing op de hele boekwinst inclusief het pachtersvoordeel.
Tegen dit oordeel heeft de Staatssecretaris cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verklaart dit gegrond. Het pachtersvoordeel behoort bij staking van de onderneming tot de werkelijk behaalde winst en moet in de heffing worden betrokken. Conform A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2000
Instantie
HR
Datum instantie
13 april 2012
Rolnummer
11/01333
ECLI
ECLI:NL:HR:2012:BU4827
ECLI:NL:PHR:2012:BU4827

Naar de bovenkant van de pagina