Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze zaak wenst het Bundesfinanzhof in essentie van het HvJ te vernemen of artikel 63 VWEU (vrij kapitaalverkeer) aldus moet worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een regeling van een lidstaat (in casu Duitsland) op grond waarvan, bij de berekening van de heffingsgrondslag voor de bedrijfsbelasting van een vennootschap, dividenden uit deelnemingen van minder dan 10% in niet-ingezeten kapitaalvennootschappen opnieuw in die heffingsgrondslag worden opgenomen, indien en voor zover deze dividenden in een eerdere stap van die berekening van de heffingsgrondslag zijn afgetrokken, terwijl dividenden uit vergelijkbare deelnemingen in ingezeten kapitaalvennootschappen van meet af aan in die heffingsgrondslag worden opgenomen, zonder daarvan te worden afgetrokken en dus zonder opnieuw in die heffingsgrondslag te worden opgenomen. Volgens het HvJ is er geen sprake van strijdigheid met artikel 63 VWEU.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2001
Instantie
HvJ
Datum instantie
22 juni 2023
Rolnummer
C-258/22
ECLI
ECLI:EU:C:2023:506
Auteur(s)
W. Boei LLM
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2023/1603
Aflevering
20 juli 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5891
bwbv0001506&artikel=63,bwbv0001506&artikel=63

Naar de bovenkant van de pagina