Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) woont in Nederland en werkt in 2015 als piloot voor A Ltd., die feitelijk wordt geleid in het VK. In 2015 heeft hij op 135 dagen voor die werkgever gewerkt, waarvan 81 dagen op internationale vluchten. Van de overige 55 dagen vloog hij 8 dagen binnen het VK, was hij 10 dagen stand-by op zijn standplaats in het VK en volgde hij 37 dagen training in het VK.

In geschil is aan welk land het Verdrag Nederland-VK het heffingsrecht toewijst voor het loon dat aan die 55 dagen kan worden toegerekend.

Rechtbank Noord-Holland en Hof Amsterdam hebben geoordeeld dat alle inkomsten van X – als lid van de bemanning van een luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd – worden toegewezen aan het woonland, Nederland.

Tegen het oordeel van het Hof heeft X cassatieberoep ingesteld, maar A-G Wattel geeft de Hoge Raad in overweging om dit ongegrond te verklaren.

De uitleg van het Hof over de tekst van het Verdrag Nederland-VK is juist. Artikel 14, lid 3, Verdrag Nederland-VK wijst loon uit werkzaamheden als bemanningslid in internationaal verkeer toe aan de woonstaat (Nederland) en uit de parlementaire toelichting op de goedkeuringswet volgt niet dat de verdragsluiters zouden hebben beoogd om in gevallen waarin op sommige dagen alleen op het grondgebied van de niet-woonstaat wordt gewerkt, het heffingsrecht over de aan die dagen toerekenbare inkomsten toe te wijzen aan de niet-woonstaat.

Ook de subsidiaire stelling van X dat ten minste het loon ter zake van de 47 gronddagen aan het VK is toegewezen omdat op die dagen geen sprake was van ‘verkeer’ of ‘vervoer’ tussen twee of meer plaatsen, laat staan van internationaal verkeer, treft volgens de A-G geen doel. Het Hof heeft dit standpunt terecht verworpen. Mede gegeven de aard van de werkzaamheden aan de grond – training en stand-by – heeft het Hof de beloning daarvoor terecht toegerekend aan de dienstbetrekking als bemanningslid van een luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2015
Instantie
A-G
Datum instantie
29 november 2022
Rolnummer
22/00716
ECLI
ECLI:NL:PHR:2022:1128
Auteur(s)
mr. E. Swaving Dijkstra
HCSD Tax Advisors
NLF-nummer
NLF 2023/0164
Aflevering
19 januari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5557
bwbv0003074&artikel=14,bwbv0003074&artikel=14,bwbv0003074&artikel=3,bwbv0003074&artikel=3,bwbv0003074&artikel=4,bwbv0003074&artikel=4

Naar de bovenkant van de pagina